Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- samengevat:
- samenvatten:
-
Wiktionary:
- samenvatten → abréger, résumer
- samenvatten → abstraire, résumer, récapituler
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor samengevat (Nederlands) in het Frans
samengevat:
-
samengevat
sommaire; résumé; bref; brièvement; succinct; sommairement; succinctement; récapitulé; d'une façon concise-
sommaire bijvoeglijk naamwoord
-
résumé bijvoeglijk naamwoord
-
bref bijvoeglijk naamwoord
-
brièvement bijvoeglijk naamwoord
-
succinct bijvoeglijk naamwoord
-
sommairement bijvoeglijk naamwoord
-
succinctement bijvoeglijk naamwoord
-
récapitulé bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon concise bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor samengevat:
samengevat vorm van samenvatten:
-
samenvatten (kort weergeven)
résumer; donner une lecture succincte-
résumer werkwoord (résume, résumes, résumons, résumez, résument, résumais, résumait, résumions, résumiez, résumaient, résumai, résumas, résuma, résumâmes, résumâtes, résumèrent, résumerai, résumeras, résumera, résumerons, résumerez, résumeront)
-
donner une lecture succincte werkwoord
-
-
samenvatten (kort samenvatten; recapituleren)
résumer; récapituler; faire un résumé de-
résumer werkwoord (résume, résumes, résumons, résumez, résument, résumais, résumait, résumions, résumiez, résumaient, résumai, résumas, résuma, résumâmes, résumâtes, résumèrent, résumerai, résumeras, résumera, résumerons, résumerez, résumeront)
-
récapituler werkwoord (récapitule, récapitules, récapitulons, récapitulez, récapitulent, récapitulais, récapitulait, récapitulions, récapituliez, récapitulaient, récapitulai, récapitulas, récapitula, récapitulâmes, récapitulâtes, récapitulèrent, récapitulerai, récapituleras, récapitulera, récapitulerons, récapitulerez, récapituleront)
-
faire un résumé de werkwoord
-
-
samenvatten (een uittreksel maken; excerperen)
faire des extraits-
faire des extraits werkwoord
-
Conjugations for samenvatten:
o.t.t.
- vat samen
- vat samen
- vat samen
- vatten samen
- vatten samen
- vatten samen
o.v.t.
- vatde samen
- vatde samen
- vatde samen
- vatden samen
- vatden samen
- vatden samen
v.t.t.
- heb samengevat
- hebt samengevat
- heeft samengevat
- hebben samengevat
- hebben samengevat
- hebben samengevat
v.v.t.
- had samengevat
- had samengevat
- had samengevat
- hadden samengevat
- hadden samengevat
- hadden samengevat
o.t.t.t.
- zal samenvatten
- zult samenvatten
- zal samenvatten
- zullen samenvatten
- zullen samenvatten
- zullen samenvatten
o.v.t.t.
- zou samenvatten
- zou samenvatten
- zou samenvatten
- zouden samenvatten
- zouden samenvatten
- zouden samenvatten
en verder
- ben samengevat
- bent samengevat
- is samengevat
- zijn samengevat
- zijn samengevat
- zijn samengevat
diversen
- vat samen!
- vat samen!
- samengevat
- samenvattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor samenvatten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
donner une lecture succincte | kort weergeven; samenvatten | |
faire des extraits | een uittreksel maken; excerperen; samenvatten | |
faire un résumé de | kort samenvatten; recapituleren; samenvatten | |
récapituler | kort samenvatten; recapituleren; samenvatten | resumeren |
résumer | kort samenvatten; kort weergeven; recapituleren; samenvatten | afkorten; de draad weer oppakken; hernemen; hervatten; inkorten; korten; resumeren |
Wiktionary: samenvatten
samenvatten
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• samenvatten | → abstraire | ↔ abstract — to abridge, epitomize, or summarize |
• samenvatten | → résumer | ↔ epitomize — make an epitome |
• samenvatten | → résumer; récapituler | ↔ summarize — To prepare a summary |
• samenvatten | → résumer; récapituler | ↔ wrap up — To summarize or recapitulate |
Computer vertaling door derden: