Nederlands
Uitgebreide vertaling voor sakkeren (Nederlands) in het Frans
sakkeren:
-
sakkeren
râler; sacrer-
râler werkwoord (râle, râles, râlons, râlez, râlent, râlais, râlait, râlions, râliez, râlaient, râlai, râlas, râla, râlâmes, râlâtes, râlèrent, râlerai, râleras, râlera, râlerons, râlerez, râleront)
-
sacrer werkwoord (sacre, sacres, sacrons, sacrez, sacrent, sacrais, sacrait, sacrions, sacriez, sacraient, sacrai, sacras, sacra, sacrâmes, sacrâtes, sacrèrent, sacrerai, sacreras, sacrera, sacrerons, sacrerez, sacreront)
-
Conjugations for sakkeren:
o.t.t.
- sakker
- sakkert
- sakkert
- sakkeren
- sakkeren
- sakkeren
o.v.t.
- sakkerde
- sakkerde
- sakkerde
- sakkerden
- sakkerden
- sakkerden
v.t.t.
- heb gesakkerd
- hebt gesakkerd
- heeft gesakkerd
- hebben gesakkerd
- hebben gesakkerd
- hebben gesakkerd
v.v.t.
- had gesakkerd
- had gesakkerd
- had gesakkerd
- hadden gesakkerd
- hadden gesakkerd
- hadden gesakkerd
o.t.t.t.
- zal sakkeren
- zult sakkeren
- zal sakkeren
- zullen sakkeren
- zullen sakkeren
- zullen sakkeren
o.v.t.t.
- zou sakkeren
- zou sakkeren
- zou sakkeren
- zouden sakkeren
- zouden sakkeren
- zouden sakkeren
diversen
- sakker!
- sakkert!
- gesakkerd
- sakkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor sakkeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
râler | sakkeren | foeteren; kankeren; reutelen; rochelen; zeuren |
sacrer | sakkeren | bekronen; zalven |
Computer vertaling door derden: