Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ruigheid (Nederlands) in het Frans

ruigheid:

ruigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ruigheid
    la rudesse
    • rudesse [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ruigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rudesse ruigheid barsheid; borsteligheid; grofheid; hardhandigheid; hobbeligheid; magerheid; magerte; oneffenheid; ruwheid; schofterigheid; schraalheid

Verwante woorden van "ruigheid":


ruigheid vorm van ruig:

ruig bijvoeglijk naamwoord

  1. ruig (behaard; harig)
    poilu
    • poilu bijvoeglijk naamwoord
  2. ruig (onherbergzaam; steriel; ongastvrij; kaal)
    aride; inhospitalier; peu hospitalier
  3. ruig (ongetemd; wild; ruw; woest)
    féroce; sauvage; rugueux; rude; enragé; farouche; outré; rêche; rageur; férocement; fou de rage; en colère; raboteux; furieux; furieuse; furibond; furieusement

Vertaal Matrix voor ruig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enragé dolleman; fanaat; fanaticus; geesteszieke; gek; ijveraar; krankzinnige; waanzinnige; zeloot
sauvage boer; bruut; onbeschofte man; wilde; wreedaard
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aride kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel bar; dor; droog; infertiel; onbegroeid; onvruchtbaar; regenarm; schraal; schriel; verdord; verlept; verwelkt
en colère ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; bitter teleurgesteld; boos; dol; driftig; felle; furieus; gebelgd; gebeten; gekwetst; giftig; grimmig; hels; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; ontstoken; ontvlamd; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verbolgen; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
enragé ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; gekwetst; giftig; grimmig; hels; kokend; kwaad; laaiend; misnoegd; nijdig; onderdrukt; opgekropt; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verbolgen; verkropt; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
farouche ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bedeesd; beschroomd; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen
fou de rage ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter teleurgesteld; grimmig; verbeten; verbitterd
furibond ongetemd; ruig; ruw; wild; woest boos; dol; erg boos; furieus; grimmig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; vertoornd; woedend; woest; ziedend
furieuse ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; boos; dol; furieus; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest; zeer boos
furieusement ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; bitter teleurgesteld; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; giftig; grimmig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; onderdrukt; opgekropt; razend; tierend; verbeten; verbitterd; verbolgen; verkropt; vertoornd; woedend; woest; zeer boos
furieux ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; boos; dol; felle; furieus; gebelgd; geweldig; giftig; grimmig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; spinnijdig; tierend; toornig; verbeten; verbitterd; verbolgen; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
féroce ongetemd; ruig; ruw; wild; woest barbaars; beestachtig; bruut; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; wreed
férocement ongetemd; ruig; ruw; wild; woest barbaars; beestachtig; bitter teleurgesteld; bruut; felle; grimmig; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; verbeten; verbitterd; wreed
inhospitalier kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel
outré ongetemd; ruig; ruw; wild; woest boos; furieus; gebelgd; gekwetst; kwaad; misnoegd; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; woest; ziedend
peu hospitalier kaal; ongastvrij; onherbergzaam; ruig; steriel
poilu behaard; harig; ruig baardig; bebaard
raboteux ongetemd; ruig; ruw; wild; woest bobbelig; hobbelig; oneffen; ongelijkmatig
rageur ongetemd; ruig; ruw; wild; woest boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest
rude ongetemd; ruig; ruw; wild; woest agressief; bar; barbaars; beestachtig; bruut; chagrijnig; fel; gestreng; gewelddadig; hanig; hard; hardhandig; inhumaan; knorrig; korzelig; monsterlijk; niet toegevend; nors; nurks; onbegroeid; onmenselijk; onzacht; pinnig; ruige; ruw; scherp; snibbig; streng; vinnig; vlijmend; wreed
rugueux ongetemd; ruig; ruw; wild; woest hobbelig; oneffen; ongelijkmatig
rêche ongetemd; ruig; ruw; wild; woest barbaars; beestachtig; bruut; dor; hobbelig; infertiel; inhumaan; monsterlijk; oneffen; ongelijkmatig; onmenselijk; onvruchtbaar; schraal; wreed
sauvage ongetemd; ruig; ruw; wild; woest agressief; gewelddadig; kokend; ruige; ziedend

Verwante woorden van "ruig":


Wiktionary: ruig

ruig
adjective
  1. Qui n’est pas fin, qui n’est pas délicat.
  2. velu
  3. Translations
  4. anatomie|fr Qui est couvert de poils. — note Il ne se dit ni par rapport aux cheveux, ni par rapport à la barbe.

Cross Translation:
FromToVia
ruig rude; rugueux; brut rough — not smooth
ruig rugueux rugged — broken into sharp points