Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rondslenteren (Nederlands) in het Frans
rondslenteren:
rondslenteren werkwoord (slenter rond, slentert rond, slenterde rond, slenterden rond, rondgeslenterd)
-
rondslenteren (kuieren; wandelen; lopen; slenteren)
se promener; faire un tour; se balader-
se promener werkwoord
-
faire un tour werkwoord
-
se balader werkwoord
-
-
rondslenteren (rondwandelen; rondlopen)
traîner; flâner; tournailler; battre le paver; faire le tour de-
traîner werkwoord (traîne, traînes, traînons, traînez, traînent, traînais, traînait, traînions, traîniez, traînaient, traînai, traînas, traîna, traînâmes, traînâtes, traînèrent, traînerai, traîneras, traînera, traînerons, traînerez, traîneront)
-
flâner werkwoord (flâne, flânes, flânons, flânez, flânent, flânais, flânait, flânions, flâniez, flânaient, flânai, flânas, flâna, flânâmes, flânâtes, flânèrent, flânerai, flâneras, flânera, flânerons, flânerez, flâneront)
-
tournailler werkwoord (tournaille, tournailles, tournaillons, tournaillez, tournaillent, tournaillais, tournaillait, tournaillions, tournailliez, tournaillaient, tournaillai, tournaillas, tournailla, tournaillâmes, tournaillâtes, tournaillèrent, tournaillerai, tournailleras, tournaillera, tournaillerons, tournaillerez, tournailleront)
-
battre le paver werkwoord
-
faire le tour de werkwoord
-
Conjugations for rondslenteren:
o.t.t.
- slenter rond
- slentert rond
- slentert rond
- slenteren rond
- slenteren rond
- slenteren rond
o.v.t.
- slenterde rond
- slenterde rond
- slenterde rond
- slenterden rond
- slenterden rond
- slenterden rond
v.t.t.
- heb rondgeslenterd
- hebt rondgeslenterd
- heeft rondgeslenterd
- hebben rondgeslenterd
- hebben rondgeslenterd
- hebben rondgeslenterd
v.v.t.
- had rondgeslenterd
- had rondgeslenterd
- had rondgeslenterd
- hadden rondgeslenterd
- hadden rondgeslenterd
- hadden rondgeslenterd
o.t.t.t.
- zal rondslenteren
- zult rondslenteren
- zal rondslenteren
- zullen rondslenteren
- zullen rondslenteren
- zullen rondslenteren
o.v.t.t.
- zou rondslenteren
- zou rondslenteren
- zou rondslenteren
- zouden rondslenteren
- zouden rondslenteren
- zouden rondslenteren
diversen
- slenter rond!
- slentert rond!
- rondgeslenterd
- rondslenterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rondslenteren:
Wiktionary: rondslenteren
rondslenteren
verb
-
doelloos rondlopen
- rondslenteren → flâner