Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- rommelen:
- rommel:
-
Wiktionary:
- rommelen → déranger
- rommel → bastringue, bric-à-brac, chaos, débris, désordre
- rommel → bordel, bric-à-brac, déchets, ordure, ordures
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rommelen (Nederlands) in het Frans
rommelen:
-
rommelen (prutsen; aanmodderen)
bricoler; tripoter-
bricoler werkwoord (bricole, bricoles, bricolons, bricolez, bricolent, bricolais, bricolait, bricolions, bricoliez, bricolaient, bricolai, bricolas, bricola, bricolâmes, bricolâtes, bricolèrent, bricolerai, bricoleras, bricolera, bricolerons, bricolerez, bricoleront)
-
tripoter werkwoord (tripote, tripotes, tripotons, tripotez, tripotent, tripotais, tripotait, tripotions, tripotiez, tripotaient, tripotai, tripotas, tripota, tripotâmes, tripotâtes, tripotèrent, tripoterai, tripoteras, tripotera, tripoterons, tripoterez, tripoteront)
-
-
rommelen (in iets rondtasten; graaien; grabbelen)
fouiller; tâtonner; fouiner; farfouiller-
fouiller werkwoord (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, fouillent, fouillais, fouillait, fouillions, fouilliez, fouillaient, fouillai, fouillas, fouilla, fouillâmes, fouillâtes, fouillèrent, fouillerai, fouilleras, fouillera, fouillerons, fouillerez, fouilleront)
-
tâtonner werkwoord (tâtonne, tâtonnes, tâtonnons, tâtonnez, tâtonnent, tâtonnais, tâtonnait, tâtonnions, tâtonniez, tâtonnaient, tâtonnai, tâtonnas, tâtonna, tâtonnâmes, tâtonnâtes, tâtonnèrent, tâtonnerai, tâtonneras, tâtonnera, tâtonnerons, tâtonnerez, tâtonneront)
-
fouiner werkwoord (fouine, fouines, fouinons, fouinez, fouinent, fouinais, fouinait, fouinions, fouiniez, fouinaient, fouinai, fouinas, fouina, fouinâmes, fouinâtes, fouinèrent, fouinerai, fouineras, fouinera, fouinerons, fouinerez, fouineront)
-
farfouiller werkwoord (farfouille, farfouilles, farfouillons, farfouillez, farfouillent, farfouillais, farfouillait, farfouillions, farfouilliez, farfouillaient, farfouillai, farfouillas, farfouilla, farfouillâmes, farfouillâtes, farfouillèrent, farfouillerai, farfouilleras, farfouillera, farfouillerons, farfouillerez, farfouilleront)
-
Conjugations for rommelen:
o.t.t.
- rommel
- rommelt
- rommelt
- rommelen
- rommelen
- rommelen
o.v.t.
- rommelde
- rommelde
- rommelde
- rommelden
- rommelden
- rommelden
v.t.t.
- heb gerommeld
- hebt gerommeld
- heeft gerommeld
- hebben gerommeld
- hebben gerommeld
- hebben gerommeld
v.v.t.
- had gerommeld
- had gerommeld
- had gerommeld
- hadden gerommeld
- hadden gerommeld
- hadden gerommeld
o.t.t.t.
- zal rommelen
- zult rommelen
- zal rommelen
- zullen rommelen
- zullen rommelen
- zullen rommelen
o.v.t.t.
- zou rommelen
- zou rommelen
- zou rommelen
- zouden rommelen
- zouden rommelen
- zouden rommelen
diversen
- rommel!
- rommelt!
- gerommeld
- rommelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rommelen:
Verwante woorden van "rommelen":
Wiktionary: rommelen
rommelen
verb
-
Traductions à trier suivant le sens
rommelen vorm van rommel:
-
de rommel (prullaria; junk)
-
de rommel (warhoop; knoeiboel; warboel; zootje; troep; warwinkel)
le désordre; le bordel; le fatras; le barbouillage; la pagaille; le fouillis; le chaos; le gribouillage; le ramassis; le bousillage -
de rommel (puinhoop; rotzooi; zooi; zootje; troep; bende; puinzooi)
-
de rommel (vuilnis; huisvuil; voddengoed; afval; vullis; huisafval; grofvuil; drek)
Vertaal Matrix voor rommel:
Verwante woorden van "rommel":
Wiktionary: rommel
rommel
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rommel | → bordel; bric-à-brac | ↔ clutter — a confused disordered jumble of things |
• rommel | → déchets; ordure | ↔ junk — rubbish, waste |
• rommel | → ordures; déchets | ↔ waste — useless products, garbage |