Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor reporter (Nederlands) in het Frans

reporter:

reporter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de reporter (verslaggever; rapporteur; journalist; )
    le reporter; le correspondant; le commentateur; le rapporteur; l'informateur; le tuyauteur; le chroniqueur; l'envoyé spécial
  2. de reporter (journalist; verslaggever)
    la journaliste

Vertaal Matrix voor reporter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chroniqueur berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever columnist; geschiedschrijver; historieschrijver; kolomnist; kroniekschrijver
commentateur berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever uitlegger; verklaarder; vertolker; vertolkster
correspondant berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever correspondent; journalist ter plaatse
envoyé spécial berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever journaliste; reportster; verslaggeefster
informateur berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever informant; tipgever
journaliste journalist; reporter; verslaggever
rapporteur berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever graadboog; gradenboog; hoekmeter; klikspaan
reporter berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever journaliste; reportster; verslaggeefster
tuyauteur berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever informant; tipgever
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reporter opschorten; opschuiven; rekken; samenvouwen; terecht brengen; uitstellen; verdagen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
correspondant adequaat; analoog; eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gepast; geschikt; hetzelfde; identiek; in overeenstemming met; juist; net zo; overeenkomstig; passend; passend bij; soortgelijk; volgens

Verwante woorden van "reporter":

  • reporters

Wiktionary: reporter


Cross Translation:
FromToVia
reporter journaliste journalist — reporter