Nederlands

Uitgebreide vertaling voor regelmatigheid (Nederlands) in het Frans

regelmatigheid:

regelmatigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de regelmatigheid
    la régularité; l'égalité

Vertaal Matrix voor regelmatigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
régularité regelmatigheid gelijkheid; gelijkmatigheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; orde; ordelijkheid; regelmaat
égalité regelmatigheid analogie; egaliteit; evenredigheid; gelijkaardigheid; gelijkheid; gelijkslachtigheid; gelijksoortigheid; gelijkspel; gelijkwaardigheid; juiste proportie; remise; soortgelijkheid

Verwante woorden van "regelmatigheid":


Wiktionary: regelmatigheid

regelmatigheid
noun
  1. Het volgen van vaste regels

regelmatigheid vorm van regelmatig:

regelmatig bijvoeglijk naamwoord

  1. regelmatig (regulier; geregeld; op vaste tijden)
    régulier; régulièrement
  2. regelmatig (vaak)
    souvent
  3. regelmatig (met vast ritme; geregeld)
    régulièrement; réglé; régulier; fréquent; fréquemment; souvent; systématiquement; systématique

regelmatig bijwoord

  1. regelmatig (dikwijls; vaak; veelvuldig; )
    souvent; régulièrement; fréquemment; fréquent; plusieurs fois; bien des fois; maintes fois; a plusieurs reprises; plus d'une fois

Vertaal Matrix voor regelmatig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maintes fois talloze malen
systématique systematiek
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
a plusieurs reprises dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig veel
bien des fois dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig veel
fréquemment dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met vast ritme; regelmatig; vaak; veelvuldig herhaaldelijk; meermaals; telkens; veel; veelvuldig
fréquent dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met vast ritme; regelmatig; vaak; veelvuldig veel
maintes fois dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig veel
plus d'une fois dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig veel
plusieurs fois dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig herhaaldelijk; meermaals; telkens; veel; veelvuldig
réglé geregeld; met vast ritme; regelmatig afbetaald; afgehandeld; betaald
régulier geregeld; met regelmaat; met vast ritme; op vaste tijden; regelmatig; regulier gelijkmatig; gestaag
régulièrement dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met regelmaat; met vast ritme; op vaste tijden; regelmatig; regulier; vaak; veelvuldig veel
souvent dikwijls; frequent; geregeld; meermaals; menigmaal; met vast ritme; regelmatig; vaak; veelvuldig veel
systématique geregeld; met vast ritme; regelmatig methodisch; planmatig; stelselmatig; systematisch
systématiquement geregeld; met vast ritme; regelmatig

Verwante woorden van "regelmatig":

  • regelmatigheid, regelmatiger, regelmatigere, regelmatigst, regelmatigste, regelmatige

Verwante definities voor "regelmatig":

  1. met alles op de juiste plaats1
    • een regelmatig gebit1
  2. met vaste tijdsduur ertussen1
    • ik zoek mijn ouders regelmatig op1

Wiktionary: regelmatig

regelmatig
adjective
  1. aan een bepaalde regel gehoorzamend
adverb
  1. op gezette tijden
regelmatig
Cross Translation:
FromToVia
regelmatig régulier regelmäßig — in festen örtlichen oder zeitlichen Abständen wiederholen
regelmatig régulier regular — with constant frequency
regelmatig régulier regular — grammar

Computer vertaling door derden: