Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- redeneren:
-
Wiktionary:
- redeneren → raisonner
- redeneren → déduire, raisonner, argumenter
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor redeneren (Nederlands) in het Frans
redeneren:
-
redeneren (beredeneren; argumenteren)
raisonner; argumenter-
raisonner werkwoord (raisonne, raisonnes, raisonnons, raisonnez, raisonnent, raisonnais, raisonnait, raisonnions, raisonniez, raisonnaient, raisonnai, raisonnas, raisonna, raisonnâmes, raisonnâtes, raisonnèrent, raisonnerai, raisonneras, raisonnera, raisonnerons, raisonnerez, raisonneront)
-
argumenter werkwoord (argumente, argumentes, argumentons, argumentez, argumentent, argumentais, argumentait, argumentions, argumentiez, argumentaient, argumentai, argumentas, argumenta, argumentâmes, argumentâtes, argumentèrent, argumenterai, argumenteras, argumentera, argumenterons, argumenterez, argumenteront)
-
Conjugations for redeneren:
o.t.t.
- redeneer
- redeneert
- redeneert
- redeneren
- redeneren
- redeneren
o.v.t.
- redeneerde
- redeneerde
- redeneerde
- redeneerden
- redeneerden
- redeneerden
v.t.t.
- heb geredeneerd
- hebt geredeneerd
- heeft geredeneerd
- hebben geredeneerd
- hebben geredeneerd
- hebben geredeneerd
v.v.t.
- had geredeneerd
- had geredeneerd
- had geredeneerd
- hadden geredeneerd
- hadden geredeneerd
- hadden geredeneerd
o.t.t.t.
- zal redeneren
- zult redeneren
- zal redeneren
- zullen redeneren
- zullen redeneren
- zullen redeneren
o.v.t.t.
- zou redeneren
- zou redeneren
- zou redeneren
- zouden redeneren
- zouden redeneren
- zouden redeneren
diversen
- redeneer!
- redeneert!
- geredeneerd
- redenerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor redeneren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
argumenter | argumenteren; beredeneren; redeneren | argumenteren; betogen; beweren; debatteren; demonstreren; discussiëren; disputeren; kiften; kijven; krakelen; pretenderen; redetwisten; ruzie maken; ruziën; stellen; twisten; verklaren; voorgeven |
raisonner | argumenteren; beredeneren; redeneren |
Wiktionary: redeneren
redeneren
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• redeneren | → déduire; raisonner | ↔ elicit — To use logic to arrive at truth. |
• redeneren | → argumenter | ↔ argumentieren — Argumente und Begründungen vorbringen, um eine These oder eine Meinung zu untermauern |