Nederlands
Uitgebreide vertaling voor radio (Nederlands) in het Frans
radio:
-
de radio (radiotoestel)
-
de radio (radioprogramma; uitzending)
Vertaal Matrix voor radio:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
appareil radio | radio; radiotoestel | |
poste | radio; radiotoestel | ambt; arbeidsplaats; baan; betrekking; dienstbetrekking; functie; job; positie; postkantoor; werk; werkkring; werkplek |
poste de radio | radio; radiotoestel | radiorecorder |
programme de radio | radio; radioprogramma; uitzending | |
radio | radio; radiotoestel | marconist; radiotelegrafist |
radiodiffusion | radio; radioprogramma; uitzending | programma; radio-uitzending; radiouitzending; uitzending |
transistor | radio; radiotoestel | |
émission | radio; radioprogramma; uitzending | afgifte; emissie; programma; radio-uitzending; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; uitstoot; uitzending; verstrekking |
émission radiophonique | radio; radioprogramma; uitzending | omroep; radio-en televisieomroep |
Verwante definities voor "radio":
Wiktionary: radio
radio
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• radio | → radio | ↔ Radio — ein elektronisches Gerät, mit dem Hörfunkprogramme empfangen werden können, beispielsweise Nachrichten- oder Musikkanäle |
• radio | → radio | ↔ Radio — kein Plural: Programme, die mit einem Radio empfangen werden können |
• radio | → radio | ↔ Radio — eine Organisation, die Radioprogramme produziert |
• radio | → radio | ↔ radio — receiver |