Nederlands
Uitgebreide vertaling voor puurheid (Nederlands) in het Frans
puurheid:
-
de puurheid
Vertaal Matrix voor puurheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
propreté | puurheid | betamelijkheid; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; kuisheid; netheid; onberispelijkheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; reinheid; smetteloosheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid; zedigheid; zindelijkheid |
pureté | puurheid | keurigheid; kuisheid; netheid; onberispelijkheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; reinheid; smetteloosheid; vlekkeloosheid; zedigheid; zuiverheid |
sincérité | puurheid | directheid; eerlijkheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid |
Verwante woorden van "puurheid":
puur:
-
puur (klinkklaar; regelrecht; gewoonweg; ronduit)
pur et simple; franchement; simplement-
pur et simple bijvoeglijk naamwoord
-
franchement bijvoeglijk naamwoord
-
simplement bijvoeglijk naamwoord
-
-
puur (zuiver; onvermengd)
-
puur (maagdelijk; zuiver; onschuldig; onbevlekt; rein; kuis)
vierge; innocent; pur; purement; pudiquement; propre; pudique; authentique; nature; virginal; chaste; intact; innocemment; chastement-
vierge bijvoeglijk naamwoord
-
innocent bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
purement bijvoeglijk naamwoord
-
pudiquement bijvoeglijk naamwoord
-
propre bijvoeglijk naamwoord
-
pudique bijvoeglijk naamwoord
-
authentique bijvoeglijk naamwoord
-
nature bijvoeglijk naamwoord
-
virginal bijvoeglijk naamwoord
-
chaste bijvoeglijk naamwoord
-
intact bijvoeglijk naamwoord
-
innocemment bijvoeglijk naamwoord
-
chastement bijvoeglijk naamwoord
-
-
puur (ongerept; maagdelijk; virginaal; zuiver; onaangeraakt; gaaf)
Vertaal Matrix voor puur:
Verwante woorden van "puur":
Wiktionary: puur
puur
Cross Translation:
adjective
-
Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
-
Qui appartenir exclusivement à une personne ou à une chose.
-
Qui est sans mélange.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• puur | → net; ordonné | ↔ neat — tidy, free from dirt |
• puur | → pur | ↔ pure — free of flaws or imperfections |
• puur | → pur | ↔ pure — free of foreign material or pollutants |
• puur | → pur | ↔ sheer — pure; unmixed |
• puur | → pur; pure | ↔ straight — undiluted |