Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pupil (Nederlands) in het Frans
pupil:
-
de pupil (jonge leerling)
-
de pupil (jongmaat; maatje; leerknecht)
Vertaal Matrix voor pupil:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apprenti | jonge leerling; pupil | Benjamin; iemand die stage loopt; jongmaatje; jongste bediende; jongste leerling; krullenjongen; kwekeling; leerjongen; stagiair |
apprentie | jonge leerling; pupil | iemand die stage loopt; stagiair |
collégien | jonge leerling; pupil | gymnasiast; leerling; scholier |
garçon | jongmaat; leerknecht; maatje; pupil | bediende; kelner; knecht; ober; tafelbediende |
jeune élève | jonge leerling; pupil | |
lycéen | jonge leerling; pupil | gymnasiast; leerling; scholier |
pupille | jonge leerling; pupil | iemand die stage loopt; jongmaatje; kwekeling; leerjongen; leerling; scholier; stagiair |
écolier | jonge leerling; pupil | leerling; scholier; schoolkind |
écolière | jonge leerling; pupil | leerling; scholier; studente; vrouwelijke student |
élève | jonge leerling; pupil | cursiste; leerling; scholier; studente; vrouwelijke student |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apprenti | aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige |