Nederlands
Uitgebreide vertaling voor publiek (Nederlands) in het Frans
publiek:
-
het publiek (gehoor)
-
publiek (openbaar)
publique; public; en public; publiquement-
publique bijvoeglijk naamwoord
-
public bijvoeglijk naamwoord
-
en public bijvoeglijk naamwoord
-
publiquement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor publiek:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
auditoire | gehoor; publiek | auditorium; aula; collegezaal; gehoorzaal |
public | gehoor; publiek | lezerskring; lezerspubliek |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | openbaar | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
en public | openbaar; publiek | |
public | openbaar; publiek | |
publique | openbaar; publiek | wereldkundig |
publiquement | openbaar; publiek |
Verwante woorden van "publiek":
Synoniemen voor "publiek":
Antoniemen van "publiek":
Verwante definities voor "publiek":
Wiktionary: publiek
publiek
publiek
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• publiek | → assistance; auditoire; public | ↔ audience — group of people seeing a performance |
• publiek | → lectorat | ↔ audience — readership of a written publication |
• publiek | → auditoire | ↔ auditory — an assembly of hearers; an audience |
• publiek | → public | ↔ public — pertaining to people as a whole |
• publiek | → audience; public; auditoire | ↔ Publikum — Bezeichnung für die Öffentlichkeit, sowie für die Gesamtheit der Zuschauer, Zuhörer, Besucher, etc. |