Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
allocution
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht
|
avant-propos
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
voorberichten; voorwoorden
|
conférence
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
beraadslaging; bijeenkomst; conferentie; congres; declamatie; essay; geloofsleer; leer; leerstelling; leerstuk; leesbeurt; lering; lezing; overleg; samenkomst; spreekbeurt; spreekbeurten; vergadering; verhandeling; versvoordracht; voordracht; voorlezing; werkstuk
|
discours
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
lezing; oratie; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; spreekbeurten; toespraak; voordracht
|
déclamation
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
declamatie; declamering; holle hoogdravendheid; spreekbeurten; versvoordracht; voordracht; voordrachtskunst
|
exposé
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
bericht; betoog; declamatie; denkbeeld; essay; geloofsleer; geschiedenis; gezichtspunt; grondplan; idee; interpretatie; inzicht; leer; leerstelling; leerstuk; leesbeurt; lering; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; plattegrond; referaat; relaas; situatieschets; situatietekening; stadskaart; standpunt; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; verhandeling; verslag; versvoordracht; vertelling; vertelsel; visie; voordracht; voorlezing; werkstuk; zienswijze
|
introduction
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
aanhef; hoofd; introductie; invoering; titel
|
prologue
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
prelude; voorspel
|
préface
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
|
speech
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
|
élocution
|
inleiding; introductie; proloog; voorbericht; voorwoord
|
spreekbeurten; wijze van voordracht
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
exposé
|
|
belicht; beschenen; bijgelicht; geopend; helder geworden; ontsloten; opengelegd; opgehelderd; opgetrokken; toegelicht; uitgelegd; verhelderd; verlicht
|