Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. privé:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor privé (Nederlands) in het Frans

privé:

privé bijvoeglijk naamwoord

  1. privé (besloten)
    privé; personnel; en privé; personnellement

Vertaal Matrix voor privé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
personnel bediening; besturing; employees; personeel; staf; werknemers
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
privé besloten; privé eigen; particulier; verstoken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en privé besloten; privé binnen; binnenshuis; binnenskamers
personnel besloten; privé persoonlijk; persoonsgebonden; subjectief
personnellement besloten; privé eigenhandig; zelf

Wiktionary: privé

privé
adjective
  1. voor persoonlijk gebruik gereserveerd

Cross Translation:
FromToVia
privé privé; privée private — not accessible by the public
privé privé; unique; exclusif privy — private, exclusive

Verwante vertalingen van privé