Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. printen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor printte (Nederlands) in het Frans

printen:

printen werkwoord (print, printte, printten, geprint)

  1. printen
    imprimer
    • imprimer werkwoord (imprime, imprimes, imprimons, imprimez, )

Conjugations for printen:

o.t.t.
  1. print
  2. print
  3. print
  4. printen
  5. printen
  6. printen
o.v.t.
  1. printte
  2. printte
  3. printte
  4. printten
  5. printten
  6. printten
v.t.t.
  1. heb geprint
  2. hebt geprint
  3. heeft geprint
  4. hebben geprint
  5. hebben geprint
  6. hebben geprint
v.v.t.
  1. had geprint
  2. had geprint
  3. had geprint
  4. hadden geprint
  5. hadden geprint
  6. hadden geprint
o.t.t.t.
  1. zal printen
  2. zult printen
  3. zal printen
  4. zullen printen
  5. zullen printen
  6. zullen printen
o.v.t.t.
  1. zou printen
  2. zou printen
  3. zou printen
  4. zouden printen
  5. zouden printen
  6. zouden printen
diversen
  1. print!
  2. print!
  3. geprint
  4. printend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor printen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imprimer printen bedrukken; boekdrukken; opdrukken; overdrukken; prenten

Verwante woorden van "printen":


Wiktionary: printen

printen
verb
  1. faire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure.

Cross Translation:
FromToVia
printen imprimer print — to copy something on a surface, especially by machine