Nederlands
Uitgebreide vertaling voor praktisch (Nederlands) in het Frans
praktisch:
-
praktisch (in de praktijk)
pratique; concret; dans la pratique; en pratique-
pratique bijvoeglijk naamwoord
-
concret bijvoeglijk naamwoord
-
dans la pratique bijvoeglijk naamwoord
-
en pratique bijvoeglijk naamwoord
-
-
praktisch (bruikbaar; nuttig; voordelig)
Vertaal Matrix voor praktisch:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pratique | artsenpraktijk; beoefening; ervaring; praktijk; routine; uitoefening | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | bijna; haast; nagenoeg; vrijwel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
concret | in de praktijk; praktisch | aanraakbaar; aanschouwelijk; bestaande; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar |
dans la pratique | in de praktijk; praktisch | in de praktijk |
en pratique | in de praktijk; praktisch | |
pratique | bruikbaar; in de praktijk; nuttig; praktisch; voordelig | aangewend; eenvoudig; gemakkelijk; licht; makkelijk; niet moeilijk; nuttig; practisch; simpel; toegepast |
utilisable | bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig | bruikbaar; bruikbare; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar |
Verwante woorden van "praktisch":
Synoniemen voor "praktisch":
Verwante definities voor "praktisch":
Wiktionary: praktisch
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• praktisch | → pratiquement | ↔ virtually — almost |