Nederlands
Uitgebreide vertaling voor posteren (Nederlands) in het Frans
posteren:
-
posteren (stationeren; plaatsen; posten)
placer; poster; stationner; mettre; déposer; poser-
placer werkwoord (place, places, plaçons, placez, placent, plaçais, plaçait, placions, placiez, plaçaient, plaçai, plaças, plaça, plaçâmes, plaçâtes, placèrent, placerai, placeras, placera, placerons, placerez, placeront)
-
poster werkwoord (poste, postes, postons, postez, postent, postais, postait, postions, postiez, postaient, postai, postas, posta, postâmes, postâtes, postèrent, posterai, posteras, postera, posterons, posterez, posteront)
-
stationner werkwoord (stationne, stationnes, stationnons, stationnez, stationnent, stationnais, stationnait, stationnions, stationniez, stationnaient, stationnai, stationnas, stationna, stationnâmes, stationnâtes, stationnèrent, stationnerai, stationneras, stationnera, stationnerons, stationnerez, stationneront)
-
mettre werkwoord (mets, met, mettons, mettez, mettent, mettais, mettait, mettions, mettiez, mettaient, mis, mit, mîmes, mîtes, mirent, mettrai, mettras, mettra, mettrons, mettrez, mettront)
-
déposer werkwoord (dépose, déposes, déposons, déposez, déposent, déposais, déposait, déposions, déposiez, déposaient, déposai, déposas, déposa, déposâmes, déposâtes, déposèrent, déposerai, déposeras, déposera, déposerons, déposerez, déposeront)
-
poser werkwoord (pose, poses, posons, posez, posent, posais, posait, posions, posiez, posaient, posai, posas, posa, posâmes, posâtes, posèrent, poserai, poseras, posera, poserons, poserez, poseront)
-
Conjugations for posteren:
o.t.t.
- posteer
- posteert
- posteert
- posteren
- posteren
- posteren
o.v.t.
- posteerde
- posteerde
- posteerde
- posteerden
- posteerden
- posteerden
v.t.t.
- ben geposteerd
- bent geposteerd
- is geposteerd
- zijn geposteerd
- zijn geposteerd
- zijn geposteerd
v.v.t.
- was geposteerd
- was geposteerd
- was geposteerd
- waren geposteerd
- waren geposteerd
- waren geposteerd
o.t.t.t.
- zal posteren
- zult posteren
- zal posteren
- zullen posteren
- zullen posteren
- zullen posteren
o.v.t.t.
- zou posteren
- zou posteren
- zou posteren
- zouden posteren
- zouden posteren
- zouden posteren
diversen
- posteer!
- posteert!
- geposteerd
- posterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor posteren:
Verwante woorden van "posteren":
poster:
-
de poster (aanplakbiljet; affiche; plakkaat; biljet)
-
de poster
Vertaal Matrix voor poster:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
affiche | aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster | affiche; reclamebiljet |
affiche publicitaire | aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster | affiche; reclamebiljet; reclameplaat |
pancarte | aanplakbiljet; affiche; biljet; plakkaat; poster | aanplakbord; affiche; bordje; naambord; naambordje; naamplaat; naamplaatje; prikbord; reclamebiljet; uithangbord |