Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. plakkers:
  2. plakker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plakkers (Nederlands) in het Frans

plakkers:

plakkers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de plakkers (plakplaatjes; stickers; plakkertjes)
    l'afficheurs; l'autocollants; le colleurs

Vertaal Matrix voor plakkers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afficheurs plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers aanplakkers
autocollants plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers
colleurs plakkers; plakkertjes; plakplaatjes; stickers aanplakkers

Verwante woorden van "plakkers":


plakkers vorm van plakker:

plakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plakker (aanplakker)
    l'afficheur
  2. de plakker (sticker; label; etiket; plakkertje)
    l'étiquette; l'autocollant

Vertaal Matrix voor plakker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afficheur aanplakker; plakker
autocollant etiket; label; plakker; plakkertje; sticker
étiquette etiket; label; plakker; plakkertje; sticker etiquette; handelsmerk; handelsnaam; label; warenmerk

Verwante woorden van "plakker":


Wiktionary: plakker

plakker
noun
  1. zoologie|nocat=1 Un insecte lépidoptère (papillon) de nuit de la famille des lymantridés (Lymantriidae) dont le mâle petit et gris-brun et la femelle blanc-jaunâtre sont très différents (dimorphisme sexuel).