Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pessimiste
|
|
pessimist; pessimisten; piekeraar; tobber; zwartkijker; zwartkijkers
|
tourmenté
|
|
piekeraar; tobber
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
effilé
|
lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig
|
mager; rafelig; spichtig; sprieterig; tenger
|
fluet
|
lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig
|
armzalig; dun; fijn; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; mager; pover; schamel; schraal; schriel; slank en smal
|
inquiet
|
piekerig; tobberig; zwaartillend
|
beducht; bekommerd; bezorgd; kommerlijk; met bezorgdheid; ongerust; verontrust
|
maigre
|
lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig
|
armelijk; armoedig; armzalig; benig; berooid; droog; dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; halfvet; iel; ingevallen; karig; laagcalorisch; lichtgebouwd; luizig; luttel; mager; pover; rank; schamel; schooierig; schraal; schriel; slank; tenger; vetarm; vetloos; weinig
|
mince
|
lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig
|
armzalig; berooid; droog; dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; lichtgebouwd; mager; pover; rank; schamel; schraal; schriel; slank; slank en smal; spichtig; sprieterig; tenger
|
peiné
|
piekerig; tobberig; zwaartillend
|
pijnlijk; pijnlijk getroffen; zeer doend
|
pessimiste
|
piekerig; tobberig; zwaartillend
|
bedrukt; gedrukt; grauw; mismoedig; mistroostig; moedeloos; neerslachtig; pessimistisch; somber; teneergeslagen; terneergeslagen; triest; troosteloos; verdrietig; vreugdeloos
|
torturé
|
piekerig; tobberig; zwaartillend
|
|
tourmenté
|
piekerig; tobberig; zwaartillend
|
|
élancé
|
lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig
|
fijn; opgeschoten; slank en smal
|