Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- persoonlijkheid:
- persoonlijk:
-
Wiktionary:
- persoonlijkheid → personnalité
- persoonlijkheid → caractère, personnage, identité, personnalité
- persoonlijk → personnel
- persoonlijk → en personne, en chair et en os, personnel, personnelle
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor persoonlijkheid (Nederlands) in het Frans
persoonlijkheid:
-
de persoonlijkheid (karakter)
Vertaal Matrix voor persoonlijkheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
caractère | karakter; persoonlijkheid | aandrift; aard; daadkracht; eigenschap; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kracht; kwalititeit; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; mentaliteit; momentum; natuur; neiging; puf; stemming; teken; typering; werklust; ziel |
personnalité | karakter; persoonlijkheid | karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit |
tempérament | karakter; persoonlijkheid | aard; geaardheid; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kittigheid; kwalititeit; mentaliteit; natuur; neiging; stemming; temperament; vurigheid |
- | aard; karakter; natuur |
Verwante woorden van "persoonlijkheid":
Synoniemen voor "persoonlijkheid":
Verwante definities voor "persoonlijkheid":
Wiktionary: persoonlijkheid
persoonlijkheid
Cross Translation:
noun
-
het geheel van kenmerken en gedragingen dat iemand uniek maakt
- persoonlijkheid → personnalité
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• persoonlijkheid | → caractère | ↔ character — distinguishing feature |
• persoonlijkheid | → personnage | ↔ character — notable or eccentric person |
• persoonlijkheid | → identité | ↔ identity — the difference or character that marks off an individual from the rest |
• persoonlijkheid | → personnalité | ↔ personality — set of qualities that make a person distinct from other people |
• persoonlijkheid | → personnalité | ↔ selfhood — personality |
persoonlijk:
-
persoonlijk (subjectief)
personnel; subjectif; subjectivement-
personnel bijvoeglijk naamwoord
-
subjectif bijvoeglijk naamwoord
-
subjectivement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor persoonlijk:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
personnel | bediening; besturing; employees; personeel; staf; werknemers | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | particulier | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
personnel | persoonlijk; subjectief | besloten; persoonsgebonden; privé |
subjectif | persoonlijk; subjectief | betrekkelijk; persoonsgebonden; relatief |
subjectivement | persoonlijk; subjectief | betrekkelijk; relatief |
Verwante woorden van "persoonlijk":
Synoniemen voor "persoonlijk":
Antoniemen van "persoonlijk":
Verwante definities voor "persoonlijk":
Wiktionary: persoonlijk
persoonlijk
Cross Translation:
adjective
-
Qui est propre et particulier à chaque personne.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• persoonlijk | → en personne | ↔ in person — actually present |
• persoonlijk | → en chair et en os; en personne | ↔ in the flesh — with one's own body and presence |
• persoonlijk | → personnel; personnelle | ↔ personal — of or pertaining to a particular person |
• persoonlijk | → personnel; personnelle | ↔ private — intended only for one's own use |