Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
absolu
|
|
volstrektheid; zekerheid
|
complet
|
|
kostuum; maatpak; pak
|
final
|
|
finale; laatste opvoering; slotstuk; sluitstuk
|
parfait
|
|
consumptie-ijs; consumptieijsjes; ijs; ijsje; ijsjes; roomijs
|
supérieur
|
|
baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
|
total
|
|
complete som; conclusie; eindsom; gevolgtrekking; slotsom; slotsommen; totaalbedrag; totaalbedragen; volledige bedrag
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
complet
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
algeheel; beslist; compleet; feitelijk; gaaf; geheid; gehele; gewis; heel; helemaal; heus; intact; integraal; kompleet; plenair; reëel; stellig; totaal; uitverkocht; vast; vast en zeker; volgeboekt; volkomen; volledig; volleerd; volslagen; voltallig; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
absolu
|
ideaal; perfect; volmaakt
|
absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
|
achevé
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voleindigd; volleerd; voltooid; voorbij
|
brillamment
|
patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
beter dan de rest; betoverend; briljante; fonkelend; glinsterend; luisterrijk; magnifiek; prachtig; schitterend; uitblinkend; uitstek
|
correct
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
beschaafd; correct; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gepast; goed; hebbelijk; juist; juiste; keurig; kies; krek; loepzuiver; manierlijk; naar behoren; net; netjes; onberispelijk; onbesproken; ordentelijk; precies; respectabel; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk; zedig
|
d'une façon parfaite
|
patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
de haute qualité
|
hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit
|
befaamd; geacht; hooggeplaatst; hooggezeten; prominent; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
|
excellant
|
patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
|
excellement
|
patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
excellemment
|
patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
|
excellent
|
foutloos; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
allerbest; beter dan de rest; briljant; eersteklas; eersterangs; excellent; fantastisch; fenomenaal; formidabel; geniaal; geweldig; goddelijk; grandioos; groots; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; lumineus; magnifiek; opperbest; overheerlijk; paradijselijk; prachtig; puik; reuzelekker; schitterend; smakelijk; subliem; superbe; top; tot de beste klasse behorend; uitblinkend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; zalig
|
final
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
absoluut; achterste; definitieve; finaal; laatste; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; ten laatste; ten langen leste; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
|
fini
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
af; afgedaan; afgelopen; afgerond; beëindigd; doorgekookt; eruit; gaar; gecompleteerd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voleindigd; voltooid; voorbij
|
impeccable
|
foutloos; ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
brandhelder; brandschoon; briljant; correct; eersteklas; eersterangs; excellent; feilloos; flitsend; foutloos; gaaf; gelikt; hip; keurig; kraakhelder; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onverbeterlijk; opperbest; picobello; piekfijn; puik; puntgaaf; smetteloos; snel; subliem; superbe; tiptop; top; tot de beste klasse behorend; trendy; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; vlekkeloos; vlot; voortreffelijk; zuiver
|
intégral
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
algeheel; allemaal; alles; compleet; integraal; koel; kompleet; koud; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverkort; volkomen; volledig; volslagen
|
parfait
|
foutloos; ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
akkoord; beslist; briljant; excellent; fantastisch; feitelijk; gaaf; geheid; gelikt; geweldig; gewis; grandioos; groots; heus; in orde; magnifiek; mee eens; onaangetast; perfekt; picobello; piekfijn; puik; puntgaaf; reëel; schitterend; stellig; subliem; superbe; tiptop; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; vast; vast en zeker; volleerd; voortreffelijk; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
|
parfaitement
|
foutloos; ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
alleszins; briljant; excellent; gaaf; in alle opzichten; onaangetast; puik; puntgaaf; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
sans fautes
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
loepzuiver
|
super
|
patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
briljant; excellent; flitsend; gigantisch; hip; immens; kolossaal; puik; reusachtig; reuzeleuk; snel; subliem; superbe; trendy; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; vlot; voortreffelijk; zeer groot
|
supérieur
|
hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit
|
aanmatigend; arrogant; befaamd; bovenst; bovenste; eersteklas; eersterangs; geacht; geringschattend; hautain; honend; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; prominent; smalend; spottend; superieur; top; tot de beste klasse behorend; trots; uit de hoogte; uitstekend; verwaand; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
total
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
allemaal; alles; compleet; faliekant; finaal; gehele; hartstikke; helemaal; integraal; totaal; vierkant; volledig; volstrekt
|
tout à fait
|
foutloos; perfect; volmaakt
|
jazeker; waarlijk; zeker
|
très bien
|
patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
best; briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
à la perfection
|
patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk
|
briljant; excellent; gelikt; picobello; piekfijn; puik; subliem; superbe; tiptop; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|
à merveille
|
hoogwaardig; patent; perfect; prima; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk
|
briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
|