Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. pauper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pauper (Nederlands) in het Frans

pauper:

pauper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pauper
    le miséreux; le misérable

Vertaal Matrix voor pauper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misérable pauper deugniet; ellendeling; etter; etterbak; fielt; flierefluiter; geitenbreier; guit; klier; kreng; lammeling; lamzak; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; mispunt; naarling; nietsnut; rakker; rotzak; schoft; schurk; slampamper; slapkous; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stuk ongeluk
miséreux pauper armoedzaaiers
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misérable akelig; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; beroerd; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; droog; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; flodderig; funest; futloos; haveloos; hokkerig; karig; kwijnend; lamlendig; lamzalig; luizig; lusteloos; mager; mat; meelijwekkend; miserabel; naar; noodlottig; ongelukkig; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; slap; verlopen
miséreux arm; armelijk; armoedig; behoeftig; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend

Verwante woorden van "pauper":

  • paupers

Wiktionary: pauper

pauper
noun
  1. Personne dans l’indigence, très pauvre.

Computer vertaling door derden: