Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. passanten:
  2. passant:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor passanten (Nederlands) in het Frans

passanten:

passanten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de passanten
    le passants

Vertaal Matrix voor passanten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passants passanten

Verwante woorden van "passanten":


passant:

passant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de passant (voorbijganger)
    le passant; l'hôte de passage

Vertaal Matrix voor passant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hôte de passage passant; voorbijganger
passant passant; voorbijganger ophanglus

Verwante woorden van "passant":


Wiktionary: passant


Cross Translation:
FromToVia
passant passant; passante passer-by — a person who is passing by