Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. overstappen:
  2. overstap:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overstappen (Nederlands) in het Frans

overstappen:

overstappen werkwoord (stap over, stapt over, stapte over, stapten over, overgestapt)

  1. overstappen
    prendre la correspondance; changer
    • changer werkwoord (change, changes, changeons, changez, )

Conjugations for overstappen:

o.t.t.
  1. stap over
  2. stapt over
  3. stapt over
  4. stappen over
  5. stappen over
  6. stappen over
o.v.t.
  1. stapte over
  2. stapte over
  3. stapte over
  4. stapten over
  5. stapten over
  6. stapten over
v.t.t.
  1. ben overgestapt
  2. bent overgestapt
  3. is overgestapt
  4. zijn overgestapt
  5. zijn overgestapt
  6. zijn overgestapt
v.v.t.
  1. was overgestapt
  2. was overgestapt
  3. was overgestapt
  4. waren overgestapt
  5. waren overgestapt
  6. waren overgestapt
o.t.t.t.
  1. zal overstappen
  2. zult overstappen
  3. zal overstappen
  4. zullen overstappen
  5. zullen overstappen
  6. zullen overstappen
o.v.t.t.
  1. zou overstappen
  2. zou overstappen
  3. zou overstappen
  4. zouden overstappen
  5. zouden overstappen
  6. zouden overstappen
diversen
  1. stap over!
  2. stapt over!
  3. overgestapt
  4. overstappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overstappen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het overstappen
    le changement

Vertaal Matrix voor overstappen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
changement overstappen afwisseling; amendement; amendering; conversie; gedaanteverandering; gedaanteverwisseling; herstelling; hervorming; herziening; het verschonen; keer; kentering; keuze; metamorfose; modificatie; mutatie; muteren; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omruil; omruiling; omschakeling; omslag; omwisselen; omwisseling; omzetting; overgang; overplaatsing; ruil; ruiling; ruiltransactie; substitutie; surrogaat; transformatie; uitwisseling; variatie; variëteit; veranderen; verandering; verlegging; verruiling; verschoning; vervanging; verwisseling; vormverandering; wending; wijzigen; wijziging; wisseling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
changer overstappen aflossen; afwisselen; amenderen; converteren; doen buigen; door elkaar schudden; hernieuwen; herstellen; herzien; husselen; hutselen; inruilen; inwisselen; kenteren; modificeren; ombuigen; omruilen; omvormen; omwerken; omwisselen; omzetten; remplaceren; renoveren; reorganiseren; ruilen; uitwisselen; veranderen; verbeteren; vernieuwen; verruilen; vervangen; vervormen; verwisselen; wijzigen; wisselen
prendre la correspondance overstappen

Verwante woorden van "overstappen":


overstappen vorm van overstap:

overstap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de overstap
    le transfert

Vertaal Matrix voor overstap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
transfert overstap doorverbinden; gegevensoverdracht; overboeking; overmaking; overschrijving; respijt; uitstel; verlegging; verruiling; verzetting

Verwante woorden van "overstap":