Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overschrijden (Nederlands) in het Frans
overschrijden:
-
overschrijden
franchir; enjamber-
franchir werkwoord (franchis, franchit, franchissons, franchissez, franchissent, franchissais, franchissait, franchissions, franchissiez, franchissaient, franchîmes, franchîtes, franchirent, franchirai, franchiras, franchira, franchirons, franchirez, franchiront)
-
enjamber werkwoord (enjambe, enjambes, enjambons, enjambez, enjambent, enjambais, enjambait, enjambions, enjambiez, enjambaient, enjambai, enjambas, enjamba, enjambâmes, enjambâtes, enjambèrent, enjamberai, enjamberas, enjambera, enjamberons, enjamberez, enjamberont)
-
Conjugations for overschrijden:
o.t.t.
- overschrijd
- overschrijdt
- overschrijdt
- overschrijden
- overschrijden
- overschrijden
o.v.t.
- overschreed
- overschreed
- overschreed
- overschreden
- overschreden
- overschreden
v.t.t.
- heb overschreden
- hebt overschreden
- heeft overschreden
- hebben overschreden
- hebben overschreden
- hebben overschreden
v.v.t.
- had overschreden
- had overschreden
- had overschreden
- hadden overschreden
- hadden overschreden
- hadden overschreden
o.t.t.t.
- zal overschrijden
- zult overschrijden
- zal overschrijden
- zullen overschrijden
- zullen overschrijden
- zullen overschrijden
o.v.t.t.
- zou overschrijden
- zou overschrijden
- zou overschrijden
- zouden overschrijden
- zouden overschrijden
- zouden overschrijden
en verder
- is overschreden
- zijn overschreden
diversen
- overschrijd!
- overschrijdt!
- overschreden
- overschrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overschrijden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
enjamber | overschrijden | met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen |
franchir | overschrijden |
Wiktionary: overschrijden
overschrijden
Cross Translation:
verb
overschrijden
-
de overzijde van een grens betreden
- overschrijden → excéder
verb
-
outrepasser, aller au-delà de certaines limites.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overschrijden | → excéder | ↔ exceed — to be larger, greater than something else or than expected or desirable |
• overschrijden | → excéder; dépasser | ↔ exceed — to go beyond the limits of something |