Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- overrompelen:
-
Wiktionary:
- overrompelen → piétiner, prendre au dépourvu, prendre d’assaut
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overrompelen (Nederlands) in het Frans
overrompelen:
-
overrompelen (overvallen)
surprendre; prendre au dépourvu; prendre par surprise-
surprendre werkwoord (surprends, surprend, surprenons, surprenez, surprennent, surprenais, surprenait, surprenions, surpreniez, surprenaient, surpris, surprit, surprîmes, surprîtes, surprirent, surprendrai, surprendras, surprendra, surprendrons, surprendrez, surprendront)
-
prendre au dépourvu werkwoord
-
prendre par surprise werkwoord
-
Conjugations for overrompelen:
o.t.t.
- overrompel
- overrompelt
- overrompelt
- overrompelen
- overrompelen
- overrompelen
o.v.t.
- overrompelde
- overrompelde
- overrompelde
- overrompelden
- overrompelden
- overrompelden
v.t.t.
- heb overrompeld
- hebt overrompeld
- heeft overrompeld
- hebben overrompeld
- hebben overrompeld
- hebben overrompeld
v.v.t.
- had overrompeld
- had overrompeld
- had overrompeld
- hadden overrompeld
- hadden overrompeld
- hadden overrompeld
o.t.t.t.
- zal overrompelen
- zult overrompelen
- zal overrompelen
- zullen overrompelen
- zullen overrompelen
- zullen overrompelen
o.v.t.t.
- zou overrompelen
- zou overrompelen
- zou overrompelen
- zouden overrompelen
- zouden overrompelen
- zouden overrompelen
en verder
- ben overrompeld
- bent overrompeld
- is overrompeld
- zijn overrompeld
- zijn overrompeld
- zijn overrompeld
diversen
- overrompel!
- overrompelt!
- overrompeld
- overrompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overrompelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
prendre au dépourvu | overrompelen; overvallen | iets onverwachts doen; verrassen |
prendre par surprise | overrompelen; overvallen | |
surprendre | overrompelen; overvallen | bekruipen; betrappen; bevreemden; het gevoel krijgen; iemand overvallen met iets; iets onverwachts doen; opnemen; opvangen; snappen; verbazen; verbijsteren; verrassen; verwonderen |
Wiktionary: overrompelen
overrompelen
verb
-
Traductions à trier suivant le sens
-
surprendre, au sujet d’une personne.
-
s’emparer par la force ; assaillir.