Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- overrompeld:
- overrompelen:
-
Wiktionary:
- overrompelen → piétiner, prendre au dépourvu, prendre d’assaut
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overrompeld (Nederlands) in het Frans
overrompeld:
-
overrompeld (overdonderd)
époustouflé; bouche bée; perplexe-
époustouflé bijvoeglijk naamwoord
-
bouche bée bijvoeglijk naamwoord
-
perplexe bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor overrompeld:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bouche bée | overdonderd; overrompeld | beduusd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verbouwereerd; verstomd; verwonderd; zwijgend |
perplexe | overdonderd; overrompeld | beduusd; getroffen; met de mond vol tanden; met open mond; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verbouwereerd; verstomd; verwonderd; zwijgend |
époustouflé | overdonderd; overrompeld | beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; overdonderd; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd |
overrompeld vorm van overrompelen:
-
overrompelen (overvallen)
surprendre; prendre au dépourvu; prendre par surprise-
surprendre werkwoord (surprends, surprend, surprenons, surprenez, surprennent, surprenais, surprenait, surprenions, surpreniez, surprenaient, surpris, surprit, surprîmes, surprîtes, surprirent, surprendrai, surprendras, surprendra, surprendrons, surprendrez, surprendront)
-
prendre au dépourvu werkwoord
-
prendre par surprise werkwoord
-
Conjugations for overrompelen:
o.t.t.
- overrompel
- overrompelt
- overrompelt
- overrompelen
- overrompelen
- overrompelen
o.v.t.
- overrompelde
- overrompelde
- overrompelde
- overrompelden
- overrompelden
- overrompelden
v.t.t.
- heb overrompeld
- hebt overrompeld
- heeft overrompeld
- hebben overrompeld
- hebben overrompeld
- hebben overrompeld
v.v.t.
- had overrompeld
- had overrompeld
- had overrompeld
- hadden overrompeld
- hadden overrompeld
- hadden overrompeld
o.t.t.t.
- zal overrompelen
- zult overrompelen
- zal overrompelen
- zullen overrompelen
- zullen overrompelen
- zullen overrompelen
o.v.t.t.
- zou overrompelen
- zou overrompelen
- zou overrompelen
- zouden overrompelen
- zouden overrompelen
- zouden overrompelen
en verder
- ben overrompeld
- bent overrompeld
- is overrompeld
- zijn overrompeld
- zijn overrompeld
- zijn overrompeld
diversen
- overrompel!
- overrompelt!
- overrompeld
- overrompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overrompelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
prendre au dépourvu | overrompelen; overvallen | iets onverwachts doen; verrassen |
prendre par surprise | overrompelen; overvallen | |
surprendre | overrompelen; overvallen | bekruipen; betrappen; bevreemden; het gevoel krijgen; iemand overvallen met iets; iets onverwachts doen; opnemen; opvangen; snappen; verbazen; verbijsteren; verrassen; verwonderen |
Wiktionary: overrompelen
overrompelen
verb
-
Traductions à trier suivant le sens
-
surprendre, au sujet d’une personne.
-
s’emparer par la force ; assaillir.
Computer vertaling door derden: