Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overplantten (Nederlands) in het Frans
overplanten:
-
overplanten
transplanter; replanter-
transplanter werkwoord (transplante, transplantes, transplantons, transplantez, transplantent, transplantais, transplantait, transplantions, transplantiez, transplantaient, transplantai, transplantas, transplanta, transplantâmes, transplantâtes, transplantèrent, transplanterai, transplanteras, transplantera, transplanterons, transplanterez, transplanteront)
-
replanter werkwoord (replante, replantes, replantons, replantez, replantent, replantais, replantait, replantions, replantiez, replantaient, replantai, replantas, replanta, replantâmes, replantâtes, replantèrent, replanterai, replanteras, replantera, replanterons, replanterez, replanteront)
-
Conjugations for overplanten:
o.t.t.
- plant over
- plant over
- plant over
- planten over
- planten over
- planten over
o.v.t.
- plantte over
- plantte over
- plantte over
- plantten over
- plantten over
- plantten over
v.t.t.
- heb overgeplant
- hebt overgeplant
- heeft overgeplant
- hebben overgeplant
- hebben overgeplant
- hebben overgeplant
v.v.t.
- had overgeplant
- had overgeplant
- had overgeplant
- hadden overgeplant
- hadden overgeplant
- hadden overgeplant
o.t.t.t.
- zal overplanten
- zult overplanten
- zal overplanten
- zullen overplanten
- zullen overplanten
- zullen overplanten
o.v.t.t.
- zou overplanten
- zou overplanten
- zou overplanten
- zouden overplanten
- zouden overplanten
- zouden overplanten
en verder
- is overgeplant
- zijn overgeplant
diversen
- plant over!
- plantt over!
- overgeplant
- overplantend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overplanten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
replanter | overplanten | |
transplanter | overplanten | transplanteren; verplanten; verpoten |