Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overnemen (Nederlands) in het Frans
overnemen:
-
overnemen (annexeren; inlijven)
annexer; intégrer à; incorporer à-
annexer werkwoord (annexe, annexes, annexons, annexez, annexent, annexais, annexait, annexions, annexiez, annexaient, annexai, annexas, annexa, annexâmes, annexâtes, annexèrent, annexerai, annexeras, annexera, annexerons, annexerez, annexeront)
-
intégrer à werkwoord
-
incorporer à werkwoord
-
-
overnemen (opkopen)
acquérir; accaparer; se procurer; acheter; acheter massivement; s'acheter-
acquérir werkwoord (acquiers, acquiert, acquérons, acquérez, acquièrent, acquérais, acquérait, acquérions, acquériez, acquéraient, acquis, acquit, acquîmes, acquîtes, acquirent, acquerrai, acquerras, acquerra, acquerrons, acquerrez, acquerront)
-
accaparer werkwoord (accapare, accapares, accaparons, accaparez, accaparent, accaparais, accaparait, accaparions, accapariez, accaparaient, accaparai, accaparas, accapara, accaparâmes, accaparâtes, accaparèrent, accaparerai, accapareras, accaparera, accaparerons, accaparerez, accapareront)
-
se procurer werkwoord
-
acheter werkwoord (achète, achètes, achetons, achetez, achètent, achetais, achetait, achetions, achetiez, achetaient, achetai, achetas, acheta, achetâmes, achetâtes, achetèrent, achèterai, achèteras, achètera, achèterons, achèterez, achèteront)
-
acheter massivement werkwoord
-
s'acheter werkwoord
-
Conjugations for overnemen:
o.t.t.
- overneem
- overneemt
- overneemt
- overnemen
- overnemen
- overnemen
o.v.t.
- overnam
- overnam
- overnam
- overnamen
- overnamen
- overnamen
v.t.t.
- heb overnomen
- hebt overnomen
- heeft overnomen
- hebben overnomen
- hebben overnomen
- hebben overnomen
v.v.t.
- had overnomen
- had overnomen
- had overnomen
- hadden overnomen
- hadden overnomen
- hadden overnomen
o.t.t.t.
- zal overnemen
- zult overnemen
- zal overnemen
- zullen overnemen
- zullen overnemen
- zullen overnemen
o.v.t.t.
- zou overnemen
- zou overnemen
- zou overnemen
- zouden overnemen
- zouden overnemen
- zouden overnemen
en verder
- is overnomen
- zijn overnomen
diversen
- overneem!
- overneemt!
- overnomen
- overnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze