Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. orgel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor orgel (Nederlands) in het Frans

orgel:

orgel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het orgel
    l'orgue
    • orgue [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor orgel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
orgue orgel

Verwante woorden van "orgel":

  • orgelen, orgels, orgeltje, orgeltjes

Verwante definities voor "orgel":

  1. groot muziekinstrument met pijpen, klavieren, pedalen1
    • het orgel in de kerk speelde prachtig1

Wiktionary: orgel

orgel
noun
  1. instrument de musique, à vent et à touches, composé de tuyaux de différentes sortes et de différentes grandeurs, alimenter d’air par des soufflets et que l’on fait résonner en appuyer sur les touches d’un ou de plusieurs claviers

Cross Translation:
FromToVia
orgel orgue Orgel — ein großes, häufig in Kirchen zu findendes, Musikinstrument mit Manualen und einer Klaviatur für die Füße
orgel orgue organ — musical instrument