Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
amicale
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
cirkel; kring
|
association
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
associatie; bedrijf; bond; broederschap; cirkel; coalitie; compagnonschap; deelgenootschap; dispuut; firma; genootschap; gezelschap; koppeling; kring; onderneming; sociëteit; soos; unie; verbond; vereniging; verenigingsdispuut; zaak
|
cercle
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
bond; broederschap; cirkel; cirkelvorm; genootschap; gezelschap; kring; kringel; kringvormig; omgang; omgang hebben met; partij; ploeg; ring; ronde doen; rondje; sociëteit; soos; stadionring; team; vereniging
|
classe
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
aard; cursus; deftigheid; distinctie; gedistingeerdheid; genre; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; lering; les; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; slag; soort; type; vaklokaal; voornaamheid; welgemanierdheid
|
classe sociale
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
maatschappelijke klasse
|
club
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
bond; broederschap; club; genootschap; gezelligheidsvereniging; gezelschap; golfclub; golfstick; golfstok; sociëteit; soos; vereniging
|
consigne
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
aanwijzing; bagagedepot; bevelschrift; consigne; dwangbevel; garderobe; hangkast; instructie; kamerarrest; lastbrief; lastgeving; mandaat; opdracht; order; statiegeld; taak; vestiaire; voorschrift; wachtwoord
|
discipline
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; regelmaat; tucht
|
afstudeerrichting; deelsoort; discipline; specialisatie; specialisme; studierichting; tak; tak van wetenschap; vakgebied
|
groupe social
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
sociale groep
|
guilde
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging
|
broederschap; georganiseerd gezelschap
|
guilde de métier
|
ambachtsgilde; bond; club; gilde; orde; organisatie; unie; vakgenootschap; vereniging
|
|
ordre
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; regelmaat; slag; stand
|
aaneenschakeling; aanwijzing; arrangement; betamelijkheid; bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; fatsoen; fatsoenlijkheid; gebod; gelid; graad; hiërarchie; indeling; instructie; keurigheid; netheid; niveau; onberispelijkheid; opbouw; opdracht; opeenvolging; opgeruimdheid; opstelling; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; peil; properheid; rang; rangorde; rangschikking; samenstelling; schikking; smetteloosheid; specialisatie; specialisme; structuur; systeem; taak; vakgebied; volgorde; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
|
prescription
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
bepalen; beschikken; farmaceutisch recept; oplegging; receptuur; richtlijn; richtsnoer; verordenen; voorschrift; voorschrijven
|
rang
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
gelid; graad; gradatie; hiërarchie; mate; niveau; peil; rang; rangorde; rij; rij manschappen; rijtje; volgorde; wetenschappelijke graad
|
regle
|
orde; regel; regeling; reglement; voorschrift; wet
|
|
règlement
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
|
aanwijzing; aanzuivering; afbetaling; afdoening; afhandelen; afhandeling; afrekening; afwikkeling; arrangement; betalen; betaling; dienstvoorschrift; dokken; handvest; regeling; reglement; richtlijn; schaderegeling; statuut; vereffening; verordening; verrekening; voldoen
|
règles
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
|
menstruatie; ongesteldheid; wetten
|
régularité
|
orde; regelmaat
|
gelijkheid; gelijkmatigheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; ordelijkheid; regelmatigheid
|
société
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
aantal personen bijeen; associatie; bedrijf; bond; broederschap; coalitie; coöperatie; dispuut; firma; genootschap; gezelschap; groep; handelsbedrijf; handelshuis; leefgemeenschap; maatschap; maatschappij; onderneming; samenleving; sociëteit; unie; vennootschap; verbond; vereniging; verenigingsdispuut; woongemeenschap; zaak
|
sorte
|
klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
|
aard; genre; klasse; onderverdeling; slag; soort; type
|
soumission
|
discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht
|
afhankelijkheid; capitulatie; gehoorzaamheid; gewenning; horigheid; onderwerping; overgave; submissie; verslaafdheid; verslaving
|
union des artisans
|
bond; club; gilde; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
|
handwerkersverbond
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
classe
|
|
eersteklas; klasse
|