Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. opziener:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opziener (Nederlands) in het Frans

opziener:

opziener [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de opziener (opzichter)
    le contrôleur; le chef de salle

Vertaal Matrix voor opziener:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chef de salle opzichter; opziener surveillant; zaalchef
contrôleur opzichter; opziener conducteur; controleur; controller; inspecteur; keurmeester; treinconducteur

Wiktionary: opziener

opziener
noun
  1. (histoire) officier royal d’épée, au nom duquel la justice se rendre dans l’étendue d’un certain ressort, et qui avait droit de commander la noblesse de son district, lorsqu’elle était convoquer pour l’arrière-ban.