Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. opsnijder:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opsnijder (Nederlands) in het Frans

opsnijder:

opsnijder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de opsnijder
    le paradeur; le vantard; le bluffeur

Vertaal Matrix voor opsnijder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bluffeur opsnijder blaaskaak; bluffer; dikdoener; hol vat; leeg vat; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen
paradeur opsnijder praalhans; showbink
vantard opsnijder blaaskaak; bluffer; dikdoener; grootspreker; hol vat; leeg vat; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praalhans; praatjesmaker; praatjesmakers; showbink; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bluffeur grootsprakig
vantard brallerig; grootsprakerig; grootsprakig; opschepperig; pocherig; protsend; protserig; schreeuwerig; snoevend