Opschepper in het Frans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

opschepper:
- vantard; fanfaron; bluffeur; crâneur; hâbleur
Wiktionary:
- opschepper → vantard
- opschepper → fanfaron, frimeur, vantard, zigoto, m'as-tu-vu

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opschepper (Nederlands) in het Frans

de opschepper (blaaskaak; windbuil; snoever; bluffer)
le vantard; le fanfaron; le bluffeur
- vantard [le ~] zelfstandig naamwoord
- fanfaron [le ~] zelfstandig naamwoord
- bluffeur [le ~] zelfstandig naamwoord
de opschepper (bluffer; patser; pocher)
le vantard; le crâneur; le fanfaron; le bluffeur; l'hâbleur
- vantard [le ~] zelfstandig naamwoord
- crâneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- fanfaron [le ~] zelfstandig naamwoord
- bluffeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- hâbleur [le ~] zelfstandig naamwoord
de opschepper (grootspreker; snoever)
le vantard; le fanfaron
- vantard [le ~] zelfstandig naamwoord
- fanfaron [le ~] zelfstandig naamwoord
de opschepper (pocher; praatjesmakers; dikdoener; windbuil; windbuilen; bluffer; opscheppers; snoever; snoevers)
le bluffeur; le vantard; le fanfaron; l'hâbleur
- bluffeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- vantard [le ~] zelfstandig naamwoord
- fanfaron [le ~] zelfstandig naamwoord
- hâbleur [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bluffeur	blaaskaak; bluffer; dikdoener; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen	hol vat; leeg vat; opsnijder
crâneur	bluffer; opschepper; patser; pocher	branieschopper; haantje; kleine haan; praalhans; showbink
fanfaron	blaaskaak; bluffer; dikdoener; grootspreker; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen	een vreemde snuiter; hol vat; leeg vat; praalhans; showbink; snoeshaan
hâbleur	bluffer; dikdoener; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen	praatjes; praatjes hebben; spekkoper
vantard	blaaskaak; bluffer; dikdoener; grootspreker; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen	hol vat; leeg vat; opsnijder; praalhans; praatjesmaker; showbink
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bluffeur		grootsprakig
fanfaron		brallerig; grootsprakerig; grootsprakig; opschepperig; pocherig; protsend; protserig; schreeuwerig; snoevend
hâbleur		grootsprakig; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig
vantard		brallerig; grootsprakerig; grootsprakig; opschepperig; pocherig; protsend; protserig; schreeuwerig; snoevend

wie steeds goede dingen over zichzelf zegt¹
- die opschepper denkt dat hij alles kan¹

opschepper

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• opschepper	→ fanfaron; frimeur; vantard	↔ Maulheld — eine Person, die gerne mit ihren Taten und Fähigkeiten prahlen, tatsächlich aber kaum etwas Entsprechendes tut
• opschepper	→ zigoto; vantard; m'as-tu-vu	↔ Angeber — Person, die ihre eigenen Leistungen freiwillig und unaufgefordert in den Vordergrund stellt