Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- opscheppen:
-
Wiktionary:
- opscheppen → fanfaronnade, vantardise, fanfaronner, vanter, frimer
-
Gebruikers suggesties voor opscheppen:
- vanter
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opscheppen (Nederlands) in het Frans
opscheppen:
-
opscheppen (grootspreken)
se vanter de; se vanter; exagérer; fanfaronner; faire le fanfaron-
se vanter de werkwoord
-
se vanter werkwoord
-
exagérer werkwoord (exagère, exagères, exagérons, exagérez, exagèrent, exagérais, exagérait, exagérions, exagériez, exagéraient, exagérai, exagéras, exagéra, exagérâmes, exagérâtes, exagérèrent, exagérerai, exagéreras, exagérera, exagérerons, exagérerez, exagéreront)
-
fanfaronner werkwoord (fanfaronne, fanfaronnes, fanfaronnons, fanfaronnez, fanfaronnent, fanfaronnais, fanfaronnait, fanfaronnions, fanfaronniez, fanfaronnaient, fanfaronnai, fanfaronnas, fanfaronna, fanfaronnâmes, fanfaronnâtes, fanfaronnèrent, fanfaronnerai, fanfaronneras, fanfaronnera, fanfaronnerons, fanfaronnerez, fanfaronneront)
-
faire le fanfaron werkwoord
-
-
opscheppen (snoeven; grootspreken; opsnijden)
fanfaronner; se vanter de-
fanfaronner werkwoord (fanfaronne, fanfaronnes, fanfaronnons, fanfaronnez, fanfaronnent, fanfaronnais, fanfaronnait, fanfaronnions, fanfaronniez, fanfaronnaient, fanfaronnai, fanfaronnas, fanfaronna, fanfaronnâmes, fanfaronnâtes, fanfaronnèrent, fanfaronnerai, fanfaronneras, fanfaronnera, fanfaronnerons, fanfaronnerez, fanfaronneront)
-
se vanter de werkwoord
-
-
opscheppen (eten opscheppen)
servir le manger; servir-
servir le manger werkwoord
-
servir werkwoord (sers, sert, servons, servez, servent, servais, servait, servions, serviez, servaient, servis, servit, servîmes, servîtes, servirent, servirai, serviras, servira, servirons, servirez, serviront)
-
-
opscheppen (zich bedienen aan tafel; opdissen; zich bedienen)
se servir à table-
se servir à table werkwoord
-
Conjugations for opscheppen:
o.t.t.
- schep op
- schept op
- schept op
- scheppen op
- scheppen op
- scheppen op
o.v.t.
- schepte op
- schepte op
- schepte op
- schepten op
- schepten op
- schepten op
v.t.t.
- heb opgeschept
- hebt opgeschept
- heeft opgeschept
- hebben opgeschept
- hebben opgeschept
- hebben opgeschept
v.v.t.
- had opgeschept
- had opgeschept
- had opgeschept
- hadden opgeschept
- hadden opgeschept
- hadden opgeschept
o.t.t.t.
- zal opscheppen
- zult opscheppen
- zal opscheppen
- zullen opscheppen
- zullen opscheppen
- zullen opscheppen
o.v.t.t.
- zou opscheppen
- zou opscheppen
- zou opscheppen
- zouden opscheppen
- zouden opscheppen
- zouden opscheppen
en verder
- is opgeschept
- zijn opgeschept
diversen
- schep op!
- schept op!
- opgeschept
- opscheppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor opscheppen:
Verwante definities voor "opscheppen":
Wiktionary: opscheppen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opscheppen | → fanfaronnade; vantardise | ↔ boast — brag |
• opscheppen | → fanfaronner; vanter | ↔ brag — to boast |
• opscheppen | → frimer | ↔ angeben — sich wichtiger erscheinen lassen als man ist: prahlen, protzen |