Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. oprekken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oprekken (Nederlands) in het Frans

oprekken:

oprekken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. oprekken
    l'étirement

oprekken werkwoord (rek op, rekt op, rekte op, rekten op, opgerekt)

  1. oprekken (rekken)
    tendre; serrer; étendre; étirer
    • tendre werkwoord (tends, tend, tendons, tendez, )
    • serrer werkwoord (serre, serres, serrons, serrez, )
    • étendre werkwoord (étends, étend, étendons, étendez, )
    • étirer werkwoord (étire, étires, étirons, étirez, )

Conjugations for oprekken:

o.t.t.
  1. rek op
  2. rekt op
  3. rekt op
  4. rekken op
  5. rekken op
  6. rekken op
o.v.t.
  1. rekte op
  2. rekte op
  3. rekte op
  4. rekten op
  5. rekten op
  6. rekten op
v.t.t.
  1. heb opgerekt
  2. hebt opgerekt
  3. heeft opgerekt
  4. hebben opgerekt
  5. hebben opgerekt
  6. hebben opgerekt
v.v.t.
  1. had opgerekt
  2. had opgerekt
  3. had opgerekt
  4. hadden opgerekt
  5. hadden opgerekt
  6. hadden opgerekt
o.t.t.t.
  1. zal oprekken
  2. zult oprekken
  3. zal oprekken
  4. zullen oprekken
  5. zullen oprekken
  6. zullen oprekken
o.v.t.t.
  1. zou oprekken
  2. zou oprekken
  3. zou oprekken
  4. zouden oprekken
  5. zouden oprekken
  6. zouden oprekken
en verder
  1. is opgerekt
  2. zijn opgerekt
diversen
  1. rek op!
  2. rekt op!
  3. opgerekt
  4. oprekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor oprekken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
serrer aanschroeven; vastschroeven
étirement oprekken spreidbeweging; uitrekking; uitstrekking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
serrer oprekken; rekken aandraaien; aandrukken; aanschroeven; aantrekken; comprimeren; dichtdraaien; dichtknijpen; dichtschroeven; dichttrekken; door draaien vastmaken; drukken; klemmen; klemzetten; knellen; knuffelen; liefkozen; met gespannen voorwerp omsluiten; omklemmen; omspannen; overspannen; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; vastdraaien; vastdrukken; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; vastknijpen; vastschroeven
tendre oprekken; rekken aangeven; aanreiken; geven; opspannen; reiken; spannen; strak maken
étendre oprekken; rekken aangeven; aanreiken; breder maken; expanderen; geven; klaar leggen; naar buiten hangen; ontvouwen; openen; openspreiden; openvouwen; opspannen; reiken; rondstrooien; spannen; talrijker maken; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uithangen; uitklappen; uitrekken; uitslaan; uitsmeren; uitspreiden; uitvouwen; uitzaaien; uitzenden; uitzwellen; verbreden; verbreiden; verbreider; verdeler; verdiepen; vergroten; verlengen; vermeerderen; verruimen; verspreiden; verstrooien; verwijden
étirer oprekken; rekken uitrekken; verlengen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tendre breekbaar; broos; clement; delicaat; diep; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; frèle; genadig; gevoelig; gevoelvol; goedhartig; iel; innig; intens; kwetsbaar; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; liefhebbend; mak; mild; rank; sentimenteel; slank; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; vergevingsgezind; verzoenend; weekhartig; welwillend; zacht; zacht aanvoelend; zachtaardig; zwak

Wiktionary: oprekken