Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oppervlakkigheid (Nederlands) in het Frans

oppervlakkigheid:

oppervlakkigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de oppervlakkigheid (lichtzinnigheid; frivoliteit; hupsheid; ondiepte)
    la gaieté; la légèreté; l'imprudence; la joie; l'entrain; l'écueil; le récif; l'ostentation; la témérité; la brièveté; la frivolité; la jovialité; l'enjouement; l'inexactitude; l'humeur joyeuse; le caractère superficiel; le manque de profondeur

Vertaal Matrix voor oppervlakkigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brièveté frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid beknoptheid; bondigheid; kortheid; kortstondigheid
caractère superficiel frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid kortstondigheid
enjouement frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid blijheid; blijmoedigheid; hartelijkheid; hupsheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; keurigheid; lol; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
entrain frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; hupsheid; interesse; lustigheid; uitgelatenheid; vrolijkheid; zin
frivolité frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid ijdelheid; ijdeltuiterij; kinderwerk; lichthartigheid; luchthartigheid; wuftheid
gaieté frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; gein; hupsheid; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; uitgelatenheid; vreugde; vrolijkheid
humeur joyeuse frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid blijheid; blijmoedigheid; hupsheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; lol; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
imprudence frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid onbezonnenheid; ondoordachtheid; ondoordachtzaamheid
inexactitude frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid kortstondigheid; onnauwkeurigheid
joie frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid aardigheid; amusement; blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; content; gein; genoegen; genot; hupsheid; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; lust; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; schik; smetteloosheid; tevredenheid; uitgelatenheid; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier; vreugde; vrolijkheid
jovialité frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid blijheid; blijmoedigheid; gastvrijheid; goedmoedigheid; hartelijkheid; hupsheid; jolijt; jool; jovialiteit; keet; keurigheid; lol; lustigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; uitgelatenheid; vrolijkheid
légèreté frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid ijdelheid; ijdeltuiterij; lichthartigheid; lichtvaardigheid; luchthartigheid; luchtigheid; wuftheid
manque de profondeur frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid kortstondigheid
ostentation frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid gepraal; ijdelheid; ijdeltuiterij; praalzucht; wuftheid
récif frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid klip; rif; scheer; uitstekende rots
témérité frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid driestheid; durf; gewaagdheid; kloekheid; koenheid; lef; moed; onbesuisdheid; onverschrokkenheid; overmoed; roekeloosheid; stoutmoedigheid; vermetelheid; waaghalzerij
écueil frivoliteit; hupsheid; lichtzinnigheid; ondiepte; oppervlakkigheid klip; rif; scheer; uitstekende rots
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
joie blijdschap

Verwante woorden van "oppervlakkigheid":


oppervlakkigheid vorm van oppervlakkig:

oppervlakkig bijvoeglijk naamwoord

  1. oppervlakkig (zonder diepgang)
    superficiel

Vertaal Matrix voor oppervlakkig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
superficiel oppervlakkig; zonder diepgang haastig; kortstondig; ondiep; terloops; vluchtelings; vluchtig

Verwante woorden van "oppervlakkig":

  • oppervlakkigheid, oppervlakkiger, oppervlakkigere, oppervlakkigst, oppervlakkigste, oppervlakkige

Wiktionary: oppervlakkig

oppervlakkig
adjective
  1. niet diepgaand of niet grondig
  2. zich aan de oppervlakte bevindend
oppervlakkig
Cross Translation:
FromToVia
oppervlakkig superficiel; rapide cursory — hasty, superficial, careless
oppervlakkig superficiel shallow — concerned mainly with superficial matters
oppervlakkig superficiel superficial — shallow, lacking substance