Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opliet (Nederlands) in het Frans
oplaten:
-
oplaten (laten opstijgen)
lancer; laisser décoller-
lancer werkwoord (lance, lances, lançons, lancez, lancent, lançais, lançait, lancions, lanciez, lançaient, lançai, lanças, lança, lançâmes, lançâtes, lancèrent, lancerai, lanceras, lancera, lancerons, lancerez, lanceront)
-
laisser décoller werkwoord
-
Conjugations for oplaten:
o.t.t.
- laat op
- laat op
- laat op
- laten op
- laten op
- laten op
o.v.t.
- liet op
- liet op
- liet op
- lieten op
- lieten op
- lieten op
v.t.t.
- heb opgelaten
- hebt opgelaten
- heeft opgelaten
- hebben opgelaten
- hebben opgelaten
- hebben opgelaten
v.v.t.
- had opgelaten
- had opgelaten
- had opgelaten
- hadden opgelaten
- hadden opgelaten
- hadden opgelaten
o.t.t.t.
- zal oplaten
- zult oplaten
- zal oplaten
- zullen oplaten
- zullen oplaten
- zullen oplaten
o.v.t.t.
- zou oplaten
- zou oplaten
- zou oplaten
- zouden oplaten
- zouden oplaten
- zouden oplaten
diversen
- laat op!
- laat op!
- opgelaten
- oplatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor oplaten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lancer | omhoog werpen; opwerpen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
laisser décoller | laten opstijgen; oplaten | |
lancer | laten opstijgen; oplaten | aanbreken; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvangen; aanvoeren; afsmijten; afwerpen; arrangeren; beginnen; bouwen; een begin nemen; entameren; gesprek aanknopen; iets op touw zetten; ingooien; inluiden; introduceren; keilen; kennis laten maken; kogelen; lanceren; naar beneden gooien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neergooien; neerwerpen; omhooggooien; omhoogwerpen; omlaag werpen; op de grond gooien; op de markt brengen; opbouwen; openen; opgooien; ophoesten; opperen; opwerpen; poneren; regelen; smijten; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitbrengen; uitgeven; van start gaan; voor de dag komen met; voorstellen |