Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. oplegger:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor oplegger (Nederlands) in het Frans

oplegger:

oplegger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de oplegger
    le remorque

Vertaal Matrix voor oplegger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
remorque oplegger aanhanger; aanhangwagen; bagagewagen; bijwagen; sleeptros

Wiktionary: oplegger

oplegger
noun
  1. Traductions à trier
  2. remorque sans essieu avant dont l’avant est atteler au véhicule tracteur par l’intermédiaire d’une sellette de manière qu’une partie de la charge repose sur le tracteur et l’autre sur le train de roues de la remorque.