Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opkikker (Nederlands) in het Frans
opkikker:
-
opkikker (borreltje; hartversterking; borrel; opkikkertje)
Vertaal Matrix voor opkikker:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
petit verre de genièvre | borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje | |
remontant | borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
remontant | hartsterkend; opmonterend |
Verwante woorden van "opkikker":
opkikker vorm van opkikkeren:
-
opkikkeren (opknappen)
se requinquer; ragaillardir; réconforter; se retaper; remonter le moral à-
se requinquer werkwoord
-
ragaillardir werkwoord (ragaillardis, ragaillardit, ragaillardissons, ragaillardissez, ragaillardissent, ragaillardissais, ragaillardissait, ragaillardissions, ragaillardissiez, ragaillardissaient, ragaillardîmes, ragaillardîtes, ragaillardirent, ragaillardirai, ragaillardiras, ragaillardira, ragaillardirons, ragaillardirez, ragaillardiront)
-
réconforter werkwoord (réconforte, réconfortes, réconfortons, réconfortez, réconfortent, réconfortais, réconfortait, réconfortions, réconfortiez, réconfortaient, réconfortai, réconfortas, réconforta, réconfortâmes, réconfortâtes, réconfortèrent, réconforterai, réconforteras, réconfortera, réconforterons, réconforterez, réconforteront)
-
se retaper werkwoord
-
remonter le moral à werkwoord
-
Conjugations for opkikkeren:
o.t.t.
- kikker op
- kikkert op
- kikkert op
- kikkeren op
- kikkeren op
- kikkeren op
o.v.t.
- kikkerde op
- kikkerde op
- kikkerde op
- kikkerden op
- kikkerden op
- kikkerden op
v.t.t.
- ben opgekikkerd
- bent opgekikkerd
- is opgekikkerd
- zijn opgekikkerd
- zijn opgekikkerd
- zijn opgekikkerd
v.v.t.
- was opgekikkerd
- was opgekikkerd
- was opgekikkerd
- waren opgekikkerd
- waren opgekikkerd
- waren opgekikkerd
o.t.t.t.
- zal opkikkeren
- zult opkikkeren
- zal opkikkeren
- zullen opkikkeren
- zullen opkikkeren
- zullen opkikkeren
o.v.t.t.
- zou opkikkeren
- zou opkikkeren
- zou opkikkeren
- zouden opkikkeren
- zouden opkikkeren
- zouden opkikkeren
diversen
- kikker op!
- kikkert op!
- opgekikkerd
- opkikkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze