Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- ophaal:
- ophalen:
-
Wiktionary:
- ophalen → télécharger, inspirer, lever, soulever, élever
- ophalen → aller chercher, venir chercher, ricaner
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ophaal (Nederlands) in het Frans
ophaal:
Vertaal Matrix voor ophaal:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
délié | ophaal | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
délié | dun; fijn; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel; slank en smal |
ophalen:
-
ophalen (afhalen en meenemen; oppikken)
venir chercher; ramasser; aller prendre; prendre; chercher; aller chercher-
venir chercher werkwoord
-
ramasser werkwoord (ramasse, ramasses, ramassons, ramassez, ramassent, ramassais, ramassait, ramassions, ramassiez, ramassaient, ramassai, ramassas, ramassa, ramassâmes, ramassâtes, ramassèrent, ramasserai, ramasseras, ramassera, ramasserons, ramasserez, ramasseront)
-
aller prendre werkwoord
-
prendre werkwoord (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
chercher werkwoord (cherche, cherches, cherchons, cherchez, cherchent, cherchais, cherchait, cherchions, cherchiez, cherchaient, cherchai, cherchas, chercha, cherchâmes, cherchâtes, cherchèrent, chercherai, chercheras, cherchera, chercherons, chercherez, chercheront)
-
aller chercher werkwoord
-
-
ophalen (meenemen; afnemen; afhalen; wegnemen; weghalen)
emporter; enlever; prendre; recueillir; collecter; ramasser; aller chercher; lever; améliorer-
emporter werkwoord (emporte, emportes, emportons, emportez, emportent, emportais, emportait, emportions, emportiez, emportaient, emportai, emportas, emporta, emportâmes, emportâtes, emportèrent, emporterai, emporteras, emportera, emporterons, emporterez, emporteront)
-
enlever werkwoord (enlève, enlèves, enlevons, enlevez, enlèvent, enlevais, enlevait, enlevions, enleviez, enlevaient, enlevai, enlevas, enleva, enlevâmes, enlevâtes, enlevèrent, enlèverai, enlèveras, enlèvera, enlèverons, enlèverez, enlèveront)
-
prendre werkwoord (prends, prend, prenons, prenez, prennent, prenais, prenait, prenions, preniez, prenaient, pris, prit, prîmes, prîtes, prirent, prendrai, prendras, prendra, prendrons, prendrez, prendront)
-
recueillir werkwoord (recueille, recueilles, recueillons, recueillez, recueillent, recueillais, recueillait, recueillions, recueilliez, recueillaient, recueillis, recueillit, recueillîmes, recueillîtes, recueillirent, recueillerai, recueilleras, recueillera, recueillerons, recueillerez, recueilleront)
-
collecter werkwoord (collecte, collectes, collectons, collectez, collectent, collectais, collectait, collections, collectiez, collectaient, collectai, collectas, collecta, collectâmes, collectâtes, collectèrent, collecterai, collecteras, collectera, collecterons, collecterez, collecteront)
-
ramasser werkwoord (ramasse, ramasses, ramassons, ramassez, ramassent, ramassais, ramassait, ramassions, ramassiez, ramassaient, ramassai, ramassas, ramassa, ramassâmes, ramassâtes, ramassèrent, ramasserai, ramasseras, ramassera, ramasserons, ramasserez, ramasseront)
-
aller chercher werkwoord
-
lever werkwoord (lève, lèves, levons, levez, lèvent, levais, levait, levions, leviez, levaient, levai, levas, leva, levâmes, levâtes, levèrent, lèverai, lèveras, lèvera, lèverons, lèverez, lèveront)
-
améliorer werkwoord (améliore, améliores, améliorons, améliorez, améliorent, améliorais, améliorait, améliorions, amélioriez, amélioraient, améliorai, amélioras, améliora, améliorâmes, améliorâtes, améliorèrent, améliorerai, amélioreras, améliorera, améliorerons, améliorerez, amélioreront)
-
-
ophalen (omhooghalen)
soulever; relever; lever-
soulever werkwoord (soulève, soulèves, soulevons, soulevez, soulèvent, soulevais, soulevait, soulevions, souleviez, soulevaient, soulevai, soulevas, souleva, soulevâmes, soulevâtes, soulevèrent, soulèverai, soulèveras, soulèvera, soulèverons, soulèverez, soulèveront)
-
relever werkwoord (relève, relèves, relevons, relevez, relèvent, relevais, relevait, relevions, releviez, relevaient, relevai, relevas, releva, relevâmes, relevâtes, relevèrent, relèverai, relèveras, relèvera, relèverons, relèverez, relèveront)
-
lever werkwoord (lève, lèves, levons, levez, lèvent, levais, levait, levions, leviez, levaient, levai, levas, leva, levâmes, levâtes, levèrent, lèverai, lèveras, lèvera, lèverons, lèverez, lèveront)
-
-
ophalen
Conjugations for ophalen:
o.t.t.
- haal op
- haalt op
- haalt op
- halen op
- halen op
- halen op
o.v.t.
- haalde op
- haalde op
- haalde op
- haalden op
- haalden op
- haalden op
v.t.t.
- heb opgehaald
- hebt opgehaald
- heeft opgehaald
- hebben opgehaald
- hebben opgehaald
- hebben opgehaald
v.v.t.
- had opgehaald
- had opgehaald
- had opgehaald
- hadden opgehaald
- hadden opgehaald
- hadden opgehaald
o.t.t.t.
- zal ophalen
- zult ophalen
- zal ophalen
- zullen ophalen
- zullen ophalen
- zullen ophalen
o.v.t.t.
- zou ophalen
- zou ophalen
- zou ophalen
- zouden ophalen
- zouden ophalen
- zouden ophalen
en verder
- ben opgehaald
- bent opgehaald
- is opgehaald
- zijn opgehaald
- zijn opgehaald
- zijn opgehaald
diversen
- haal op!
- haalt op!
- opgehaald
- ophalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ophalen:
Synoniemen voor "ophalen":
Antoniemen van "ophalen":
Verwante definities voor "ophalen":
Wiktionary: ophalen
ophalen
Cross Translation:
verb
ophalen
-
een bestand van een computer of server naar een andere computer of server overbrengen
- ophalen → télécharger
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ophalen | → aller chercher; venir chercher | ↔ abholen — transitiv: von einem Ort nehmen, um es (mit sich) an einen anderen zu bringen |
• ophalen | → ricaner | ↔ sneer — raise a corner of the upper lip slightly in scorn |