Nederlands
Uitgebreide vertaling voor opgooien (Nederlands) in het Frans
opgooien:
-
opgooien (omhooggooien; opwerpen)
lancer; lancer en l'air; jeter en l'air-
lancer werkwoord (lance, lances, lançons, lancez, lancent, lançais, lançait, lancions, lanciez, lançaient, lançai, lanças, lança, lançâmes, lançâtes, lancèrent, lancerai, lanceras, lancera, lancerons, lancerez, lanceront)
-
lancer en l'air werkwoord
-
jeter en l'air werkwoord
-
Conjugations for opgooien:
o.t.t.
- gooi op
- gooit op
- gooit op
- gooien op
- gooien op
- gooien op
o.v.t.
- gooide op
- gooide op
- gooide op
- gooiden op
- gooiden op
- gooiden op
v.t.t.
- heb opgegooid
- hebt opgegooid
- heeft opgegooid
- hebben opgegooid
- hebben opgegooid
- hebben opgegooid
v.v.t.
- had opgegooid
- had opgegooid
- had opgegooid
- hadden opgegooid
- hadden opgegooid
- hadden opgegooid
o.t.t.t.
- zal opgooien
- zult opgooien
- zal opgooien
- zullen opgooien
- zullen opgooien
- zullen opgooien
o.v.t.t.
- zou opgooien
- zou opgooien
- zou opgooien
- zouden opgooien
- zouden opgooien
- zouden opgooien
en verder
- is opgegooid
- zijn opgegooid
diversen
- gooi op!
- gooit op!
- opgegooid
- opgooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor opgooien:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
jeter en l'air | omhoog werpen; opwerpen | |
lancer | omhoog werpen; opwerpen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
jeter en l'air | omhooggooien; opgooien; opwerpen | naar boven gooien |
lancer | omhooggooien; opgooien; opwerpen | aanbreken; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvangen; aanvoeren; afsmijten; afwerpen; arrangeren; beginnen; bouwen; een begin nemen; entameren; gesprek aanknopen; iets op touw zetten; ingooien; inluiden; introduceren; keilen; kennis laten maken; kogelen; lanceren; laten opstijgen; naar beneden gooien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neergooien; neerwerpen; omhoogwerpen; omlaag werpen; op de grond gooien; op de markt brengen; opbouwen; openen; ophoesten; oplaten; opperen; opwerpen; poneren; regelen; smijten; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitbrengen; uitgeven; van start gaan; voor de dag komen met; voorstellen |
lancer en l'air | omhooggooien; opgooien; opwerpen |
Computer vertaling door derden: