Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
entêté
|
|
stijfhoofd; stijfkop
|
ferme
|
|
boerderij; boerenbedrijf; boerenhoeve; boerenhofstede; boerenhuis; boerenwoning; dakstoel; hoeve
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
buté
|
halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
|
bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar
|
constamment
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
aanhoudend; aldoor; almaar; altijd; altijddurend; bestendig; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; telkens; voortdurend
|
constant
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
aanhoudend; altijd; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; permanent; steeds; voortdurend
|
entêté
|
halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
|
bokkig; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; hardleers; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar
|
ferme
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
absoluut; beslist; dapper; degelijk; doortastend; drastisch; energiek; ferm; fier; fiks; flink; fysiek sterk; geanimeerd; glorieus; groots; karaktervast; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; moedig; moreel sterk; onvoorwaardelijk; pertinent; prat; ronduit; solide; standvastig; stellig; sterk; stevig; ten enenmale; trots; vast en zeker; vastbesloten; vaststaand; vief; vol energie; vol fut; volstrekt; zeker
|
fermement
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
dapper; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; sterk; stevig; vastbesloten
|
immuable
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
|
inébranlable
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
bestendig; ferm; fiks; flink; kordaat; onaanvechtbaar; onbetwistbaar; onbuigzaam; onomstotelijk; onveranderlijk; onverzettelijk; onweerlegbaar; rotsvast; standvastig; stevig; stijfkoppig; stug; taai
|
irréductible
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
|
obstiné
|
halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
|
aanhoudend; bokkig; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; hardnekkig; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; voortdurend; weerbarstig
|
obstinément
|
halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
|
aanhoudend; eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; hardnekkig; koppig; obstinaat; recalcitrant; stijfhoofdig; voortdurend; weerbarstig
|
opiniâtre
|
halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
|
eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; weerbarstig
|
opiniâtrement
|
halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
|
|
persévérant
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
aanhoudend; hardnekkig; volhoudend; voortdurend
|
tenace
|
halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stijfhoofdig; stijfkoppig; vasthoudend; volhardend
|
ferm; kordaat; onbuigzaam; onverzettelijk; standvastig; stijfkoppig; stug; taai
|
têtu
|
halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwrikbaar; stijfhoofdig; stijfkoppig
|
bokkig; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; hardleers; koppig; obstinaat; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; opstandig; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
|
vigoureux
|
onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend
|
dapper; doortastend; drastisch; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; intens; intensief; krachtdadig; krachtig; moedig; moreel sterk; sterk; stevig
|