Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. onwelvoeglijkheid:
  2. onwelvoeglijk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onwelvoeglijkheid (Nederlands) in het Frans

onwelvoeglijkheid:

onwelvoeglijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. onwelvoeglijkheid
    l'inconvenance; l'indécence

Vertaal Matrix voor onwelvoeglijkheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inconvenance onwelvoeglijkheid misplaatstheid; onbehoorlijkheid; onbetamelijkheid; onfatsoen; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid
indécence onwelvoeglijkheid onbehoorlijkheid; onbetamelijkheid; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid; schandaaltje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inconvenance onwelvoeglijk

Verwante woorden van "onwelvoeglijkheid":


onwelvoeglijk:

onwelvoeglijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onwelvoeglijk
    inconvenance

Vertaal Matrix voor onwelvoeglijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inconvenance misplaatstheid; onbehoorlijkheid; onbetamelijkheid; onfatsoen; onfatsoenlijkheid; ongemanierdheid; ongepastheid; onwelvoeglijkheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inconvenance onwelvoeglijk

Verwante woorden van "onwelvoeglijk":


Wiktionary: onwelvoeglijk


Cross Translation:
FromToVia
onwelvoeglijk inopportun; déplacé untoward — unseemly, improper