Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal onvruchtbaarheid

Vertaal onvruchtbaarheid van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

onvruchtbaarheid:
- inutilité; vanité
onvruchtbaar:
- infertile; frugal; stérile; rêche; aride
Wiktionary:
- onvruchtbaar → stérile
- onvruchtbaar → stérile

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onvruchtbaarheid (Nederlands) in het Frans

onvruchtbaarheid:

onvruchtbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de onvruchtbaarheid (vruchteloos; onzinnigheid)
l'inutilité; la vanité
- inutilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- vanité [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor onvruchtbaarheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inutilité	onvruchtbaarheid; onzinnigheid; vruchteloos	nutteloosheid; onbruikbaarheid
vanité	onvruchtbaarheid; onzinnigheid; vruchteloos	arrogantie; hooghartigheid; hoogmoedigheid; hovaardigheid; ijdelheid; ijdeltuiterij; laatdunkendheid; pretentie; trots; verwaandheid; wuftheid

Verwante woorden van "onvruchtbaarheid":

onvruchtbaar

onvruchtbaar:

onvruchtbaar bijvoeglijk naamwoord

onvruchtbaar (infertiel)
infertile; frugal; stérile; rêche; aride
- infertile bijvoeglijk naamwoord
- frugal bijvoeglijk naamwoord
- stérile bijvoeglijk naamwoord
- rêche bijvoeglijk naamwoord
- aride bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor onvruchtbaar:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aride	infertiel; onvruchtbaar	bar; dor; droog; kaal; onbegroeid; ongastvrij; onherbergzaam; regenarm; ruig; schraal; schriel; steriel; verdord; verlept; verwelkt
frugal	infertiel; onvruchtbaar	dor; droog; eenvoudig; frugaal; karig; krap; matig; niet overvloedig; schraal; schriel; sober
infertile	infertiel; onvruchtbaar	dor; droog; schraal; verdord
rêche	infertiel; onvruchtbaar	barbaars; beestachtig; bruut; dor; hobbelig; inhumaan; monsterlijk; oneffen; ongelijkmatig; ongetemd; onmenselijk; ruig; ruw; schraal; wild; woest; wreed
stérile	infertiel; onvruchtbaar	bacteriënvrij; dor; droog; kiemvrij; schraal; verdord; vrij van ziektekiemen

Verwante woorden van "onvruchtbaar":

onvruchtbaarheid, onvruchtbare

Wiktionary: onvruchtbaar

onvruchtbaar

adjective

Incapable de se reprodure (1)
- stérile → onvruchtbaar; onvruchtbare; steriel; steriele

Cross Translation:

From	To	Via
• onvruchtbaar	→ stérile	↔ sterile — unable to reproduce