Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ontwrichten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontwrichten (Nederlands) in het Frans

ontwrichten:

ontwrichten werkwoord (ontwricht, ontwrichtte, ontwrichtten, ontwricht)

  1. ontwrichten (disloqueren; uit het lid brengen)
    se fouler; disloquer; déboîter
    • se fouler werkwoord
    • disloquer werkwoord (disloque, disloques, disloquons, disloquez, )
    • déboîter werkwoord (déboîte, déboîtes, déboîtons, déboîtez, )
  2. ontwrichten (verstuiken; zwikken; verzwikken)
    essorer; se faire une entorse; se fouler; tordre; déboîter; disloquer; tortiller
    • essorer werkwoord (essore, essores, essorons, essorez, )
    • se fouler werkwoord
    • tordre werkwoord (tords, tord, tordons, tordez, )
    • déboîter werkwoord (déboîte, déboîtes, déboîtons, déboîtez, )
    • disloquer werkwoord (disloque, disloques, disloquons, disloquez, )
    • tortiller werkwoord (tortille, tortilles, tortillons, tortillez, )
  3. ontwrichten (verlammen; krachteloos maken)
    paralyser; disloquer; se fouler; déboîter
    • paralyser werkwoord (paralyse, paralyses, paralysons, paralysez, )
    • disloquer werkwoord (disloque, disloques, disloquons, disloquez, )
    • se fouler werkwoord
    • déboîter werkwoord (déboîte, déboîtes, déboîtons, déboîtez, )

Conjugations for ontwrichten:

o.t.t.
  1. ontwricht
  2. ontwricht
  3. ontwricht
  4. ontwrichten
  5. ontwrichten
  6. ontwrichten
o.v.t.
  1. ontwrichtte
  2. ontwrichtte
  3. ontwrichtte
  4. ontwrichtten
  5. ontwrichtten
  6. ontwrichtten
v.t.t.
  1. heb ontwricht
  2. hebt ontwricht
  3. heeft ontwricht
  4. hebben ontwricht
  5. hebben ontwricht
  6. hebben ontwricht
v.v.t.
  1. had ontwricht
  2. had ontwricht
  3. had ontwricht
  4. hadden ontwricht
  5. hadden ontwricht
  6. hadden ontwricht
o.t.t.t.
  1. zal ontwrichten
  2. zult ontwrichten
  3. zal ontwrichten
  4. zullen ontwrichten
  5. zullen ontwrichten
  6. zullen ontwrichten
o.v.t.t.
  1. zou ontwrichten
  2. zou ontwrichten
  3. zou ontwrichten
  4. zouden ontwrichten
  5. zouden ontwrichten
  6. zouden ontwrichten
en verder
  1. ben ontwricht
  2. bent ontwricht
  3. is ontwricht
  4. zijn ontwricht
  5. zijn ontwricht
  6. zijn ontwricht
diversen
  1. ontwricht!
  2. ontwricht!
  3. ontwricht
  4. ontwrichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontwrichten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disloquer disloqueren; krachteloos maken; ontwrichten; uit het lid brengen; verlammen; verstuiken; verzwikken; zwikken
déboîter disloqueren; krachteloos maken; ontwrichten; uit het lid brengen; verlammen; verstuiken; verzwikken; zwikken
essorer ontwrichten; verstuiken; verzwikken; zwikken centrifugeren; uitwringen; wringen
paralyser krachteloos maken; ontwrichten; verlammen krachteloos maken; lamleggen; machteloos maken; platleggen; verlammen
se faire une entorse ontwrichten; verstuiken; verzwikken; zwikken
se fouler disloqueren; krachteloos maken; ontwrichten; uit het lid brengen; verlammen; verstuiken; verzwikken; zwikken
tordre ontwrichten; verstuiken; verzwikken; zwikken ineendraaien; klemmen; knellen; omklemmen; strak zitten; uitwringen; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; verdraaien; verwringen; wriggelen; wrikken; wringen; zich wringen
tortiller ontwrichten; verstuiken; verzwikken; zwikken ineendraaien; uitwringen; wringen

Wiktionary: ontwrichten


Cross Translation:
FromToVia
ontwrichten saper undermine — hinder, sabotage