Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ontvlammen:
  2. Wiktionary:
    • ontvlammen → s'enflammer


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontvlammen (Nederlands) in het Frans

ontvlammen:

ontvlammen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ontvlammen (ontbranden)
    l'ignition; l'inflammation; l'allumage; la déflagration; le fait de s'enflammer; le fait de prendre feu

ontvlammen werkwoord (ontvlam, ontvlamt, ontvlamde, ontvlamden, ontvlamd)

  1. ontvlammen (vuur vatten; ontsteken; ontbranden)
    allumer; s'enflammer
    • allumer werkwoord (allume, allumes, allumons, allumez, )
    • s'enflammer werkwoord

Conjugations for ontvlammen:

o.t.t.
  1. ontvlam
  2. ontvlamt
  3. ontvlamt
  4. ontvlammen
  5. ontvlammen
  6. ontvlammen
o.v.t.
  1. ontvlamde
  2. ontvlamde
  3. ontvlamde
  4. ontvlamden
  5. ontvlamden
  6. ontvlamden
v.t.t.
  1. ben ontvlamd
  2. bent ontvlamd
  3. is ontvlamd
  4. zijn ontvlamd
  5. zijn ontvlamd
  6. zijn ontvlamd
v.v.t.
  1. was ontvlamd
  2. was ontvlamd
  3. was ontvlamd
  4. waren ontvlamd
  5. waren ontvlamd
  6. waren ontvlamd
o.t.t.t.
  1. zal ontvlammen
  2. zult ontvlammen
  3. zal ontvlammen
  4. zullen ontvlammen
  5. zullen ontvlammen
  6. zullen ontvlammen
o.v.t.t.
  1. zou ontvlammen
  2. zou ontvlammen
  3. zou ontvlammen
  4. zouden ontvlammen
  5. zouden ontvlammen
  6. zouden ontvlammen
diversen
  1. ontvlam!
  2. ontvlamt!
  3. ontvlamd
  4. ontvlammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontvlammen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allumage ontbranden; ontvlammen aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans
déflagration ontbranden; ontvlammen bam; explosie; knal; ontploffing; plof
fait de prendre feu ontbranden; ontvlammen
fait de s'enflammer ontbranden; ontvlammen
ignition ontbranden; ontvlammen
inflammation ontbranden; ontvlammen infectie; ontbranding; ontsteking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allumer ontbranden; ontsteken; ontvlammen; vuur vatten aandoen; aanmaken; aansteken; aanstoken; aanstrijken; aanwakkeren; aanzetten; doen branden; doen ontvlammen; in de fik steken; inschakelen; licht aansteken; ontsteken; opfokken; ophitsen; opjutten; opruien; opstoken; opwekken; opwinden; poken; prikkelen; starten; stimuleren; vuur maken; vuurmaken
s'enflammer ontbranden; ontsteken; ontvlammen; vuur vatten aanmaken; aansteken; doen branden; licht aansteken; ontsteken; opflakkeren; oplaaien; opvlammen; vuur maken

Wiktionary: ontvlammen

ontvlammen
verb
  1. vlam vatten
    • ontvlammen → s'enflammer

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ontvlammen