Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- ontstemd:
- ontstemmen:
-
Wiktionary:
- ontstemmen → contrarier, désaccorder, indisposer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ontstemd (Nederlands) in het Frans
ontstemd:
-
ontstemd (gepikeerd)
-
ontstemd (geprikkeld; gepikeerd; wrevelig; misnoegd)
grincheux; de mauvaise humeur; mécontent; contrarié; hargneux; irrité; hargneusement; grincheusement; avec hargne; d'un air mécontent-
grincheux bijvoeglijk naamwoord
-
de mauvaise humeur bijvoeglijk naamwoord
-
mécontent bijvoeglijk naamwoord
-
contrarié bijvoeglijk naamwoord
-
hargneux bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
hargneusement bijvoeglijk naamwoord
-
grincheusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec hargne bijvoeglijk naamwoord
-
d'un air mécontent bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ontstemd:
Verwante woorden van "ontstemd":
ontstemd vorm van ontstemmen:
-
ontstemmen
mécontenter-
mécontenter werkwoord (mécontente, mécontentes, mécontentons, mécontentez, mécontentent, mécontentais, mécontentait, mécontentions, mécontentiez, mécontentaient, mécontentai, mécontentas, mécontenta, mécontentâmes, mécontentâtes, mécontentèrent, mécontenterai, mécontenteras, mécontentera, mécontenterons, mécontenterez, mécontenteront)
-
Conjugations for ontstemmen:
o.t.t.
- ontstem
- ontstemt
- ontstemt
- ontstemmen
- ontstemmen
- ontstemmen
o.v.t.
- ontstemde
- ontstemde
- ontstemde
- ontstemden
- ontstemden
- ontstemden
v.t.t.
- ben ontstemd
- bent ontstemd
- is ontstemd
- zijn ontstemd
- zijn ontstemd
- zijn ontstemd
v.v.t.
- was ontstemd
- was ontstemd
- was ontstemd
- waren ontstemd
- waren ontstemd
- waren ontstemd
o.t.t.t.
- zal ontstemmen
- zult ontstemmen
- zal ontstemmen
- zullen ontstemmen
- zullen ontstemmen
- zullen ontstemmen
o.v.t.t.
- zou ontstemmen
- zou ontstemmen
- zou ontstemmen
- zouden ontstemmen
- zouden ontstemmen
- zouden ontstemmen
diversen
- ontstem!
- ontstemt!
- ontstemd
- ontstemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ontstemmen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mécontenter | ontstemmen |
Wiktionary: ontstemmen
ontstemmen
verb
-
Empêcher d’agir, d’aboutir
-
mettre en désaccord; parler de fiancés qui rompre leur engagement mutuel.
-
affecter d’une indisposition.