Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ontketenen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontketenen (Nederlands) in het Frans

ontketenen:

ontketenen werkwoord (ontketen, ontketent, ontketende, ontketenden, ontketend)

  1. ontketenen
    déclencher; déchaîner
    • déclencher werkwoord (déclenche, déclenches, déclenchons, déclenchez, )
    • déchaîner werkwoord (déchaîne, déchaînes, déchaînons, déchaînez, )

Conjugations for ontketenen:

o.t.t.
  1. ontketen
  2. ontketent
  3. ontketent
  4. ontketenen
  5. ontketenen
  6. ontketenen
o.v.t.
  1. ontketende
  2. ontketende
  3. ontketende
  4. ontketenden
  5. ontketenden
  6. ontketenden
v.t.t.
  1. heb ontketend
  2. hebt ontketend
  3. heeft ontketend
  4. hebben ontketend
  5. hebben ontketend
  6. hebben ontketend
v.v.t.
  1. had ontketend
  2. had ontketend
  3. had ontketend
  4. hadden ontketend
  5. hadden ontketend
  6. hadden ontketend
o.t.t.t.
  1. zal ontketenen
  2. zult ontketenen
  3. zal ontketenen
  4. zullen ontketenen
  5. zullen ontketenen
  6. zullen ontketenen
o.v.t.t.
  1. zou ontketenen
  2. zou ontketenen
  3. zou ontketenen
  4. zouden ontketenen
  5. zouden ontketenen
  6. zouden ontketenen
en verder
  1. is ontketend
  2. zijn ontketend
diversen
  1. ontketen!
  2. ontketent!
  3. ontketend
  4. ontketenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontketenen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
déchaîner ontketenen bevrijden; in vrijheid stellen; loslaten; losmaken; van de boeien ontdoen; vrijlaten
déclencher ontketenen activeren; in werking stellen; opstarten

Wiktionary: ontketenen

ontketenen
Cross Translation:
FromToVia
ontketenen déclencher; attiser entfachenübertragen: Begierden oder heftige Gefühle erregen; eine Auseinandersetzung provozieren