Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
brouillon
|
|
aantekening; briefje; broddelwerk; concept; geflikflooi; geklooi; gekreukt papiertje; gerommel; gerotzooi; kattebelletje; klad; kladbriefje; kladje; kladschrift; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; krabbel; krabbelbriefje; noot; notitie; opschrijving; proefversie; prutswerk; schrijfsel
|
complexe
|
|
gebouwencomplex
|
interdit
|
|
schorsing; suspensie
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ahuri
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; verschrikt
|
beduusd; beteuterd; met de mond vol tanden; met open mond; overbluft; overstuur; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
|
bouche bée
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
met de mond vol tanden; met open mond; overbluft; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
|
bouleversé
|
geestelijk verward; getroffen; in de war; ondersteboven; onthutst; ontsteld; verschrikt; verward
|
geestelijk verward; het onderste naar boven gekeerd; in de war; omgekeerd; ondersteboven; overstuur; verward
|
brouillon
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
complex; gecompliceerd; geestelijk verward; in de war; ingewikkeld; ondersteboven; verward
|
complexe
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
complex; gecompliceerd; ingewikkeld; samengesteld
|
compliqué
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
complex; gecompliceerd; ingewikkeld; kritisch; lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; onoverzichtelijk; problematisch; samengesteld; zwaar
|
confondu
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; verward
|
confus
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
bedremmeld; complex; door elkaar heen; gecompliceerd; gedempt; geestelijk verward; halfluid; in de war; ingewikkeld; ondersteboven; onduidelijk; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; verward; wanordelijk; warrig; wollig
|
consterné
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; verschrikt
|
overstuur
|
diffus
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
breedsprakig; breedvoerig; diffuus; in details; langdradig; omslachtig; omstandig; schemerig; schimmig; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; vaag waarneembaar; wijdlopig
|
déconcerté
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; verschrikt
|
bedremmeld; beduusd; beteuterd; betrokken; met de mond vol tanden; met open mond; overstuur; sip; sprakeloos; teleurgesteld; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
|
décontenancé
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
met de mond vol tanden; met open mond; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
|
effaré
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex; verschrikt
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
embrouillé
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
complex; diffuus; door elkaar heen; gecompliceerd; geestelijk verward; in de war; ingewikkeld; ondersteboven; vaag waarneembaar; verward; warrig
|
emmêlé
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; verward
|
estomaqué
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbijsterd; zwijgend
|
frappé
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
|
|
interdit
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
|
bedremmeld; beduusd; beteuterd; clandestien; illegaal; met de mond vol tanden; met open mond; ongeoorloofd; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verboden; verboden bij de wet; verstomd; verwonderd; wederrechtelijk; zwijgend
|
interloqué
|
beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
bedremmeld
|
muet
|
beduusd; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stil; stilletjes; stilzwijgend; stom; stomverbaasd; zachtjes; zonder geluid; zwijgend
|
obscur
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
boosaardig; complex; cryptisch; donker; dreigend; dubieus; duister; gecompliceerd; geheimzinnig; glibberig; huiveringwekkend; ingewikkeld; louche; luguber; mysterieus; obscuur; onbetrouwbaar; onduidelijk; onguur; onheilspellend; onoverzichtelijk; onverlicht; raadselachtig; sinister; verdacht; wollig
|
pantois
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
|
beduusd; beteuterd; overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend
|
perplexe
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
met de mond vol tanden; met open mond; overbluft; overdonderd; overrompeld; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
|
renversé
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
binnenstebuiten; het onderste naar boven gekeerd; omgekeerd; ondersteboven
|
sens dessus dessous
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
binnenstebuiten; omgekeerd
|
sophistiqué
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
complex; gecompliceerd; ingewikkeld
|
stupéfait
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
|
met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verstomd zijn; verwonderd
|
touché
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
|
aangedaan; aangegrepen; aangeschoten; aangeslagen; bewogen; emotioneel; gekwetst; gepassioneerd; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelig; gevoelvol; gewond; geëmotioneerd; kapot van; ontroerd
|
troublé
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
|
achterlijk; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot
|
à l'envers
|
geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
|
achterstevoren; averechts; binnenstebuiten; het onderste naar boven gekeerd; omgekeerd; ondersteboven; verkeerd
|
ébahi
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
met de mond vol tanden; met open mond; overbluft; overdonderd; overstuur; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd; zwijgend
|
éberlué
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
overbluft; overstuur; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend
|
épaté
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
|
overbluft; overdonderd
|
époustouflé
|
beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
|
overbluft; overdonderd; overrompeld
|